2.3 - Verdiepen: Elektriciteit in gassen en vloeistoffen

                       Lesdoelen:
  • Kunnen uitleggen of gassen een stroom kunnen geleiden, en onder welke omstandigheden.

  • Kunnen uitleggen of vloeistoffen een stroom kunnen geleiden, en onder welke omstandigheden.

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

                       Lesdoelen:
  • Kunnen uitleggen of gassen een stroom kunnen geleiden, en onder welke omstandigheden.

  • Kunnen uitleggen of vloeistoffen een stroom kunnen geleiden, en onder welke omstandigheden.

Slide 1 - Diapositive

Elektriciteit in gassen
  • Een hoge spanning zorgt ervoor 
        dat de gas in een tl-buis geleidend 
        wordt.
  • Ook gebeurt dit bij bliksem. De hoge spanning tussen de wolk en de grond maakt vanuit de wolk een kanaal van geleidende lucht. 
  • En dat met een stroomsterkte van 100 000 A.

Slide 2 - Diapositive

Elektriciteit in vloeistoffen
  • Als je een 9V batterij op je 
        tong houdt, gaat er een kleine 
        elektrische stroom door je tong. 
  • Als je de uiteinde van deze batterij tegen je hand houdt voel je niks. 
  • Dat komt omdat er op je tong vloeistoffen met zouten in zitten, en dit geleidt elektriciteit.

Slide 3 - Diapositive

In de badkamer
  • In vochtige ruimtes moet je 
       vooral voorzichtig zijn met 
       elektriciteit.
  • Een vochtige huid is een betere geleider van stroom dan een droge huid.
  • Door een elektrische stroom verkrampen spieren.

Slide 4 - Diapositive

ECG
Met een ECG wordt de elektrisch activiteit van je hart gemeten. 
Dit is dan te zien als uitslagen op een monitor.

Slide 5 - Diapositive

Wat zorgt ervoor dat een gas elektriciteit gaat geleiden
A
Hoge spanning
B
Elektronen
C
Hoge stroom

Slide 6 - Quiz

Wat in een vloeistof zorgt ervoor dat er een stroom gaat vloeien?
A
dichtheid
B
kleur
C
massa
D
zout

Slide 7 - Quiz

Waar voor staat ecg?
A
electrocardiograph
B
electrocardiogram
C
elektricitycapacitygram
D
energycardgraph

Slide 8 - Quiz

Wat weet je van stroom in een serieschakeling
A
Het wordt steeds minder
B
Het wordt steeds meer
C
Het blijft hetzelfde

Slide 9 - Quiz

Wat weet je van stroom in een parallel schakeling?
A
Het is overal hetzelfde
B
Stroom in vertakking is minder dan in hoofdtak
C
Er zit geen regel aan

Slide 10 - Quiz

Een plasmabol is vacuum gepompt.
Er zit helemaal niets in.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Een tl-buis flitst om het gas geleidend te maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Elektronen hebben een blauw paarse kleur.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Zoet water is een betere stroomgeleider dan zout water.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Een hartslagmeter maakt gebruik van elektrische stroom.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Maak opgaven 58 t/m 61 (blz. 83)
ALS JE KLAAR BENT: 
timer
8:00
REGELS:
  • Opschrijven in je schrift.


  • Hulp: je boek.
  • Geen overleg.

  • Over 8 minuten bespreken we de opgaven.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Samenvatting:
  • Een gas kan een stroom geleiden 
       als de spanning maar hoog genoeg is.
  • Vloeistoffen kunnen ook stroom geleiden. 
  • Een vloeistof is vooral een goede geleider als er zouten aanwezig zijn.

Slide 18 - Diapositive