Globalisering gevolgen globalisering (1.3) en one culture (1.4)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Telefoon in telefoontas

Hoofdstuk 1 Wereld

1.3 globalisering: gevolgen

1.4 one culture?

Spoorboekje

• terugblik
• uitleg 1.3 en 1.4
• examentraining 
• huiswerk 

Huiswerk

 

Maken 1.2: opdr. 1,3,4,6

Triade: internationale goederen- en kapitaalstromen vanuit deze kerngebieden

Gevolgen globalisering

1. nieuwe internationale arbeidsverdeling

centrum-periferie

Gevolgen globalisering

2. nieuwe afzetmarkten

Gevolgen globalisering

3. Van uitschuiven naar doorschuiven; aanpassen aan veranderende ruimtelijke omstandigheden

Gevolgen globalisering

4. focus op core business 
--> specialisatie

Gevolgen globalisering

5. veranderingen zijn wereldwijd merkbaar

Gevolgen globalisering

6. Verbrokkeling: fast en slow world

Wie doet mee?

Gevolgen

• Regionale problemen leiden tot mondiale veranderingen (graanoogst Rusland mislukt > opstand in Egypte > boontjes niet naar NL)
• Regionale ongelijkheid
  > binnen een land leidt
  dit ook tot sociale ongelijkheid
• Gebieden die wel en niet meedoen met globalisering > migratie

Diffusie - het verspreiden van ruimtelijke elementen

A. Expansie vanuit één bron

B. Relocatie uit brongebied in meerdere nieuwe gebieden

C. Contactdiffusie alleen via direct contact

D. Hiërarchische diffusie via een geordend netwerk

Waardoor wordt diffusie aangejaagd

• Toerisme
• Handel
• Migratie 
• Informatietechnologie

Globalisering heeft al heel lang invloed op de verandering van culturen

Die invloed brengt eenheid, maar ook diversiteit:

Homogenisering: door verwestersing gaan culturen op elkaar lijken

Heterogenisering: door wereldwijde migratie ontstaat vooral in grote steden een mix van westerse en niet-westerse cultuurelementen

Er zijn vier manieren waarop de internationale migratie door globalisering toeneemt

Welvaartverschillen

Verschil in leeftijdsopbouw

Verbetering transport- en communicatietechnologie

grenzen tussen landen vervagen

push en pull factoren

Push = wegduwen

Pull = aantrekken

Geef voor de etnische minderheden
A, B, C en D aan waarom zij juist in Amsterdam wonen. Noem voor elke minderheid een andere pullfactor

Leg aan de hand van één etnische minderheid uit hoe in Amsterdam een transnationale netwerk ontstaat.

Gebruik in je uitleg economische en sociaal-culturele verbanden

aan de slag - examentraining

wat: examentraining opgave 1 (rusland) blz. 12 in je werkboek en blz. 16 in je tekstboek

klaar: door met opgave 2 examentraining