‹Revenir à la recherche

Cap 3 - les 3

¿Qué vamos a hacer?
  • activar el vocabulario de la clase pasada
  • controlar + corregir deberes 7a, 8, 9, 10 
  • descripciones de personas =>

    " ¿Y tú, cómo eres? " 



Iedereen:
aanmelden LessonUp
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

¿Qué vamos a hacer?
  • activar el vocabulario de la clase pasada
  • controlar + corregir deberes 7a, 8, 9, 10 
  • descripciones de personas =>

    " ¿Y tú, cómo eres? " 



Iedereen:
aanmelden LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Les in twee delen 
Bienvenidos a la clase de español
1. ¿Cuál es la fecha de hoy?

2. ¿Qué tiempo hace?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo son?
Describe su apariencia

=> Think Pair Share

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué palabras recuerdan de quizlet?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan je in het Spaans aangeven of iets veel of weinig is?
Welke woorden van hoeveelheid ken je?
timer
0:20

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid
demasiado
 
mucho - 

bastante - 

poco - 

demasiada, demasiados, demasiadas
mucha, muchos, muchas
bastantes
poca, pocos, pocas

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corregir los deberes
de forma individual => respuestas en GC

¿preguntas?
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo eres tú?
3 verbos comunes:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)
Deze werkwoorden gebruik je in 
standaard combinaties. 


Vertaal eerst de woorden om 
mensen van uiterlijk te omschrijven op de  volgende slide


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:30
el pelo rubio
el pelo corto
las gafas
los ojos azules
el pelo castaño

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf jezelf in 4 zinnen
1: Soy......., 2: Tengo el pelo........, 3: Tengo los ojos........, 4: Llevo........

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

describir a alguién:

Tiene (Hij/Zij heeft)

ejemplo:

Tiene el pelo corto y castaño.
Tiene los ojos marrones.
describir a ti mismo:

Tengo (Ik heb)

ejemplo:

Tengo el pelo corto y castaño
Tengo los ojos marrones.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

los colores
la ropa



Mi color favorito es azul
Describe la ropa que llevas puesto en 3 frases 
timer
3:00000
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A. Describe a alguien en esta clase
Individualmente
  1. Schrijf je naam boven aan een nieuw blaadje dat je kan uitscheuren
  2. Beschrijf 2 personen die in de klas zitten, niet je vecin@
  3. Dit schrijf je op in minimaal 5 HELE zinnen. Challenge: gebruik muy/poco/bastante
Juntos
  1. De docent leest 1 van de 2 beschrijvingen voor
  2. De klas raad over wie het gaat
  3. Steek je hand op als je het weet!
timer
4:00
Leerlingen thuis:
Omschrijf je gezinsleden, schrijf op in je schrift

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jugar en parejas
'Quién es quién'
timer
8:00
¡Sólo hablar Español!
Leerlingen thuis: quizlet 3.2 + 3.3

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vamos a ver un video
¿Cómo es el chico?
¿Qué descripciones usan las chicas?
¿Qué está pasando?

=> Contesta en Español

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

muy
Muy is een bijwoord en het zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord. 
Het versterkt het bijvoeglijk naamwoord. Het betekent dan heel of erg.
vb: La casa es grande = Het huis is groot.
      La casa es muy grande = Het huis is heel groot. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ................... simpática.
2. Tengo ...................... amigos.
3. En el parque hay ........................ gente.
4. Mi padre tiene un coche ................... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ........................... casas. 
6. Mi amigo es.............. trabajador. Siempre estudia ................

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in: muy of mucho/a/os/as
1. Mi hermana es ..muy...... simpática.
2. Tengo ........muchos........ amigos.
3. En el parque hay .......mucha......... gente.
4. Mi padre tiene un coche .....muy......... bonito. 
5. En nuestro barrio hay ..........muchas........ casas. 
6. Mi amigo es...muy.... trabajador. Siempre estudia ...mucho...

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deberes
- leer fuente C 
-hacer ejercicios 8, 9, 10b, 11, 12
timer
7:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deberes
- leer fuente C 
-hacer ejercicios 8, 9, 10b, 11, 12
timer
7:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

DESCRIBIR A MI FAMILIA

- Leçon avec 15 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

6. ¡EXTRA!

- Leçon avec 25 diapositives
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Tarea 3, uiterlijk en karakter beschrijven (24-5)

- Leçon avec 20 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

H2D P1 les 6 -BZL (07-10-2020)

- Leçon avec 18 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

22. descripciones, andere

- Leçon avec 28 diapositives
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

C1 Lifo Unidad 8. Comunicación/destrezas/Reflexión y evaluación

- Leçon avec 28 diapositives
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Woordenschat les 3

- Leçon avec 33 diapositives

22. descripciones, andere

- Leçon avec 37 diapositives