Les 4, Uitscheiding

Basisstof 4 uitscheiding
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 4 uitscheiding

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Even terugblikken
Uitleg basisstof 3.5
Aan de slag! 
ff checken via exitticket.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan je...

1. Weet je tenminste 5 onderdelen die de nieren bevatten.
2. Beschrijven welke stoffen het bloed in de nierslagader naar de nieren toe vervoerd worden.

Slide 3 - Diapositive

Even terugblikken
  • Wat een kenmerk van de kleine bloedsomloop?
  • Hoe ziet een bloedplaatje eruit?
  • Hoe noem ik een ader welke van de lever naar het hart toe gaat? En andersom?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uitscheiding
Het bloedplasma vervoerd naast voedingsstoffen ook afvalstoffen dit moet uit het bloed gehaald worden.

Dit proces noemen we uitscheiding. Dit vindt plaats in verschillende organen denk bijvoorbeeld aan de longen.

De nieren halen afvalstoffen uit het bloed en maken hier urine van.

Slide 6 - Diapositive

Nieren
De nieren liggen links en rechts in de buikholte.

De nierslagaders levert zuurstofrijkbloed aan. In dit bloed zitten veel afvalstoffen.

De nieren halen deze afvalstoffen eruit en de nieraders vervoerd dan weer gezuiverde bloed.

Slide 7 - Diapositive

Urine
Een nier heeft een nierschors, niermerg en nierbekken.

De nierschors en niermerg verwijderen de afvalstoffen uit het bloed. Denk aan overtollig water, overtollige zouten en andere schadelijke stoffen. 

Deze stoffen samen noemen we urine

Slide 8 - Diapositive

Urine
In de nierbekkens wordt de urine verzameld.

Via de urineleiders gaat de urine naar de urineblaas. In de urineblaas wordt urine weer tijdelijk opgeslagen.

Via de urinebuis verlaat de urine het lichaam.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Aan de slag!
Wat?   Huiswerk maken: vragen 1-2-3-4-5-6-7-+8
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?   10 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? Maak de exitticket.
Klaar? Lees alvast basisstof 3.6 door of maak een samenvatting van basisstof 3.5
               



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien