dinosaurussen

Dinosaurussen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Dinosaurussen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dinosaurussen
ken jij?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?
  • Wat is een dinosaurus?
  • Wanneer leefden dinosaurussen?
  • Hoe zagen de dinosaurussen eruit?
  • De begrippen 'herbivoor, carnivoor en omnivoor'.
  • Waarom zijn de dinosaurussen uitgestorven?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het woord dinosaurus?
A
verschrikkelijk groot dier
B
verschrikkelijke hagedis.
C
verschrikkelijk lang geleden.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer waren de dinosaurussen uitgestorven?
A
100 jaar geleden
B
1000 jaar geleden
C
65 miljoen jaar geleden.
D
weet ik niet.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weten wij hoe dinosaurussen eruit hebben gezien vroeger?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

uitsterven van dinosaurussen.
Waardoor zijn de dinosaurussen uitgestorven?
A
Door de opwaring van de aarde
B
door een meteoriet
C
doordat er geen eten meer was
D
doordat mensen op dino's jaagden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zagen dinosaurussen eruit?
Het uiterlijk van de dinosaurussen was aangepast aan de omgeving waarin ze leefden:
  • op het land of in het water
  • in het bos of in rotsachtig terrein
  • in de kou of in de tropen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zagen dinosaurussen eruit?
Het uiterlijk van de dinosaurussen was aangepast aan het voedsel waarvan ze leefden:
  • klein of groot
  • camouflage  (het dier verstopt zich goed)
  • prooi ( andere dieren aten hen) 
  • jager (de top van de voedselketen)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

skelet dinosaurussen.
Woorden, die horen bij de voedselketen:
  1. Sommige dinosaurussen en dieren eten planten. Dat zijn de herbivoren.
  2. Sommige dinosaurussen en dieren eten dieren.  Dit zijn de carnivoren.
  3. Sommige dinosaurussen en dieren eten beide.      Die noem je omnivoren of alleseters.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn herbivoren?
A
planteneters
B
alleseters
C
vleeseters

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn carnivoren?
A
alleseters
B
vleeseters
C
planteneters

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn omnivoren?
A
vleeseters
B
alleseters
C
planteneters

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions