mavo 1 jan 18 klok

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Monday

 January 22 2018

Today

- De klok (15 min)

- Rangtelwoorden (10 minuten)

Pak je boeken en je aantekenschrift.

Maak aantekeningen bij de uitleg. 

What time is it?

Samengevat:

- over     = past

- to        = voor

- kwart  = a quarter

Half 1 

Half past 12 = een half over 12

1. It's two o'clock
2. It's two hour
3. It's a two o'clock
4. It's two'oclock

1. It's ten past half nine
2. It's twenty past nine
3. It's forty past eight
4. It's twenty to nine

What time is it?
12:08

1. It's eight past twelve
2. It's eight over twelve
3. It's eight to twelve
4. It's aight past twelve

What time is it?
9:36

1. It's twenty -four to nine
2. It's thirty-six past nine
3. It's six past half nine
4. It's twenty-four to ten

What time is it?
10:30

Practise some more!

- Exercise 22 + 23, 24

- Page 40 in your workbook

- Page 30 in your textbook

- Klaar? 13 en 14 

bron H reading opdracht 18. 

22, 23 24 maken blz 40 wb 

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Opdracht 26 + 27

bladzijde 45

Rangtelwoorden: 

Belangrijkste zaken: 

Rangtelwoorden gebruik je om een rang of plaats aan te geven

eerste, tweede, derde

In het Engels doe je dat zo: 

Regel:

1. Je zet TH achter het hoofdtelwoord 7, 6

voorbeeld: seventh, sixth

2. De spelling verandert bij:

five - fifth         

eight - eighth 

nine- ninth, twenty-ninth

twenty- twentieth, maar ook thirthy - thirtieth, fourty- fourtieth enz

uitzonderingen : let op!! 

one                                 first

   two                               second

three                             third

Maar ook: 

twenty-one       twenty-first

twenty- two       twenty-second

twenty-three    twenty-third enz

Testje: 

schrijf op. 

1. vijfendertigste

2. vierenveertigste

3. zevenentachtigste

4. negenentwintigste

antwoorden:

1. thirthy- fifth

      2. fourthy-fourth

        3. eighty-seventh

   4. twenty-ninth

nu zelf oefenen:

Maak opdracht 27 en 28 in je activitybook

Klaar? 

maak opdracht 19, 20 en 21

klaar? maak opdracht 23, 24, en 25 

klaar schrijf de zinnen, STONES, over in je schrift met de vertaling erbij.