Dinsdag 26 oktober

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik presentatie trede 1
* Leerdoelen vandaag
* Introductie trede 2
* Wat zijn signaalwoorden
* Zelfstandig aan de slag
* Opdracht boek
* Kahoot + Evaluatie leerdoel
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik presentatie trede 1
* Leerdoelen vandaag
* Introductie trede 2
* Wat zijn signaalwoorden
* Zelfstandig aan de slag
* Opdracht boek
* Kahoot + Evaluatie leerdoel

Slide 1 - Diapositive

Presentatie trede 1
Beoordeling in portal

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden? Geef voorbeelden van signaalwoorden

Slide 3 - Question ouverte

Introductie trede 2
* structuur in de tekst
* tekstdelen
* werkwoorden
* veelzeggende woorden
* bedoeling verwoorden
* spreken en gesprekken

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden die aangeven welke informatie er gaat komen. Ze geven een signaal af, zodat je de tekst makkelijker kan lezen. Met signaalwoorden kan een schrijver structuur aanbrengen in een tekst. 

Er staan signaalwoorden tussen zinnen en tussen alinea's. Voorbeelden van signaalwoorden zijn: en, ook, ten eerste, daarna, ten tweede, maar, toch, daardoor, doordat.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Zelfstandig aan de slag
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 2

Van het kopje lezen maken >
- structuur in tekst

Klaar? > werk aan je eigen doelen

Slide 7 - Diapositive

Opdracht leesboek
Zie Classroom

Opdracht inleveren woensdag 10 november 2021

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 11 - Quiz

Signaalwoorden van vergelijking
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van reden
net zo als
maar
daarom
want
in vergelijking met
toch

Slide 12 - Question de remorquage

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan

Slide 13 - Quiz

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 14 - Question de remorquage

Herken je de tekstverbanden en signaalwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage