Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 3
Bloedsomloop
HAVO 3
Slide 1 - Diapositive
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.1 - Bloed
3.2 - De bloedsomloop
3.3 - Het hart
3.4 - Uitscheiding
3.5 - Het immuunsysteem
3.6 - Gezond leven
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe
3.8 - Bloedgroepen
Slide 2 - Diapositive
Doelen van deze paragraaf
Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen
Je kunt benoemen welk bloed aan welke bloedgroep kan worden gedoneerd
Slide 3 - Diapositive
Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe
Herhaling
Slide 4 - Diapositive
Wat is weefselvloeistof?
A
Vloeistof in de bloedvaten
B
Vloeistof tussen de cellen in de weefsels
C
Vloeistof in de darmen
D
Vloeistof in het verteringsstelsel
Slide 5 - Quiz
Wat zit er weefselvloeistof?
A
O2 & voedingsstoffen
B
O2, voedingsstoffen & CO2
C
O2, voedingsstoffen, afvalstoffen & CO2
D
O2, voedingsstoffen & afvalstoffen
Slide 6 - Quiz
In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?
A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden
Slide 7 - Quiz
Antigenen
Bij immuniteit: antigenen op ziekteverwekkers
Antistoffen gemaakt door eigen lichaam
Alle lichaamscellen bevatten ook antigenen -> lichaam herkent deze als 'goedaardig'
Slide 8 - Diapositive
Bloedgroepen
Rode bloedcellen hebben verschillende antigenen
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep O
Slide 9 - Diapositive
Bloedgroepen
Antigeen A = bloedgroep A
Antigeen B = bloedgroep B
Antigeen A en B = bloedgroep AB
Geen antigenen = bloedgroep O
Slide 10 - Diapositive
Bloedgroepen
- Bloedgroep A
- Bloedgroep B
- Bloedgroep AB
- Bloedgroep 0
- Antistoffen
- Antigenen
Slide 11 - Diapositive
Bloedgroepen mengen: bloedgroepbepaling
Slide 12 - Diapositive
Kan iemand met Bloedgroep A bloed met bloedgroep 0 ontvangen?
A
nee, Bloedgroep A heeft antigeen-O
B
nee, bloedgroep 0 heeft antigeen-A
C
Ja, 0 heeft geen antigenen
D
ja, bloedgroep 0 heeft geen antigeen-A
Slide 13 - Quiz
Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O
Slide 14 - Quiz
Iemand heeft bloedgroep A en wil zijn nier aanbieden aan iemand met bloedgroep B. Dit kan niet omdat?
A
Bloedgroep B bevat anti-A.
B
Bloedgroep B bevat anti-B.
C
Bloedgroep B bevat antigeen-A.
D
Bloedgroep B bevat antigeen-B.
Slide 15 - Quiz
Aan het werk
Maken:
3.8: Opdracht 1 t/m 5
Ben je klaar? Check of je:
Al het huiswerk van dit Thema online hebt gemaakt (Basisstof 1 t/m 8 alle opdrachten dus ook de samenhang en de opdrachten die je wel in je werkboek moest maken)
Alle test je zelfs per Basisstof online gemaakt?
De lesstof helemaal door gelezen? (boek of online)