4.7 Grammatica

4.7 GRAMMATICA
Lidwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoord

Gebruik een wisbordje bij verschillende oefeningen. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.7 GRAMMATICA
Lidwoord, zelfstandig naamwoord en werkwoord

Gebruik een wisbordje bij verschillende oefeningen. 

Slide 1 - Diapositive

Even herhalen.
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 2 - Quiz

Wat is geen lidwoord?
A
de
B
het
C
die
D
een

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandige naamwoorden
Mensen, dieren dingen.

Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Uitlegfilmpje Talent online
Over werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Je ziet een tekening
Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden op. 
Gebruik je wisbordje. 

Slide 10 - Diapositive

timer
2:00000

Slide 11 - Diapositive

Klassikaal
Welke zelfstandige naamwoorden heb je gevonden?

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is WW.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Slide 13 - Diapositive

Is 'drinken' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 14 - Quiz

Is 'boven' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 15 - Quiz

Is 'jarig' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 16 - Quiz

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Genoeg geoefend: aan de slag!
Maak 4.7 Grammatica in je boek
Bladzijde 48 t/m 51
Opdracht 1 t/m 10

Klaar? Junior Einstein

 

Slide 19 - Diapositive