12/1 - 1e - 2e les

mercredi douze janvier - classe 1
C
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

mercredi douze janvier - classe 1
C

Slide 1 - Diapositive

Le planning
doel: kennis van unité 2 ophalen en herhalen

- herhaling grammatica avoir + bez. vnw
- au travail!



Slide 2 - Diapositive

le verbe avoir
Unité 2, apprendre 3, p. 69

Slide 3 - Diapositive

avoir
ik heb                                      = j'ai
jij hebt                                    = tu as
hij/zij/men heeft               = il/elle/on a
wij hebben                           = nous avons
jullie hebben/u heeft      = vous avez
zij hebben (mnl)                 = ils ont
zij hebben (vrl)                   = elles ont

Slide 4 - Diapositive

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 5 - Question de remorquage

Mijn oom HEEFT altijd geluk
=
Mon oncle ... toujours de la chance
A
as
B
ast
C
a
D
ont

Slide 6 - Quiz

het bezittelijk voornaamwoord
Unité 2, apprendre 5, p. 70

Slide 7 - Diapositive

Comment s'appelle sa grand-mère?
Hoe heet zijn/haar oma?

Slide 8 - Diapositive


Voilà Monique. Son frère s'appelle Thomas.


Et il s'appelle Marc. Sa soeur s'appelle Yvette.


Slide 9 - Diapositive

bezittelijk
voornaamwoord
(in het Frans)

Slide 10 - Carte mentale

m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        bezittelijk voornaamwoord
         
                           mannelijk        vrouwelijk    meervoud

mijn                      mon                  ma                 mes

jouw                     ton                      ta                   tes

zijn / haar            son                      sa                   ses

Slide 11 - Diapositive

m  - v - mv ?
Hoe weet je nu of je
mannelijk, vrouwelijk of meervoud 
moet gebruiken?

Regarde, c'est ....... copine. (mijn)

Slide 12 - Diapositive

m  - v - mv ?
Kijk naar het zelfstandig naamwoord
ACHTER
het bezittelijk voornaamwoord.

Regarde, c'est ma copine. (mijn)

Slide 13 - Diapositive

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle de Boerhaave.


Slide 14 - Diapositive

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle de Boerhaave

!!! Ma école mag niet vanwege klinkerbotsing!

Slide 15 - Diapositive

Hoe vertaal je:
"mijn kinderen"?
A
mon enfant
B
ma enfant
C
mes enfants
D
tes enfants

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je:
"mijn nichtje"
A
ma cousin
B
mon cousine
C
la cousine
D
ma cousine

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn opa"?
A
son père
B
son grand-père
C
sa grand-père
D
ses grand-père

Slide 18 - Quiz

Hoe vertaal je:
"jouw familie"?
A
ton famille
B
ta famille
C
tes familles
D
la famille

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je:
"zijn oma"?
A
sa grand-mère
B
son grand-mère
C
ta grand-mère
D
la grand-mère

Slide 20 - Quiz

vertaal:
jouw huis (la maison)

Slide 21 - Question ouverte

Zo goed snap ik het bezittelijk voornaamwoord:
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Au travail! 
Ga aan de slag met een van de volgende onderdelen:
- Ken je de grammatica van avoir niet goed? Oefen op p.76  of klik hier
- Ken je de grammatica van de bez. vnw. niet goed? Oefen op p.77 of klik hier
- Vind je leesvaardigheid moeilijk? Oefen op p.75 met de ***opdracht 
- Vind je luistervaardigheid moeilijk? Oefen online (klik hier) 
- Wil je oefenen met de getallen? Oefen online (klik hier)

Klaar? Ga woordjes leren of maak nog een van de onderdelen.

Je werkt in stilte en voor jezelf. Je mag met oortjes in werken.
Als je vragen hebt, stel mij die dan in de chat op Teams :)


Slide 23 - Diapositive

Geef aan hoe je de stof van unité 2 nu beheerst
010

Slide 24 - Sondage

À la semaine prochaine !
devoirs pour 17/1: herhaal alle stof van Unité 2

Slide 25 - Diapositive