K3 MY-MINE-OF MINE+ QUIZ vaardigheidstoets

Today: 
  • Grammar explanation: my-mine-of mine
  • Vaardigheidstoets - a QUIZ !
  • Werken aan je weektaak



1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Today: 
  • Grammar explanation: my-mine-of mine
  • Vaardigheidstoets - a QUIZ !
  • Werken aan je weektaak



Slide 1 - Diapositive

Lesson goals:
Aan het einde van deze les...
  • weet je hoe je de bezittelijke voornaamwoorden (MY-MINE-OF MINE) kan gebruiken in de Engelse taal
  • ben je goed voorbereid op de vaardigheidstoets Schrijven en lezen


Slide 2 - Diapositive

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN:
 MY / MINE / OF MINE
Je gebruikt bezittelijke voornaamwoorden om aan te geven van wie iets is.
It's my book.
This book is mine.
This is a book of mine.
Dit is mijn boek.
Dit boek is van mij.
Dit is mijn boek.
my   -  mine  -  of mine
your -  yours  - of yours
his    -  his  -     of his
her   -  hers  -  of hers
our   -  ours  -  of ours
their -  theirs  - of theirs

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN:
 MY / MINE / OF MINE

Underline the correct word in each sentence:

1   I’m Tony and this is mine / my house.
2  They are my younger brothers and this is their / theirs games.
3  Is this pencil your / yours?
4  This is a friend of mine / my.





Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Questions ?
Vaardigheidstoets schrijven en lezen (toetsweek)
Zie HIER wat je moet kennen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

I am interested in ...
A
hear from you soon.
B
in the third form.
C
horse riding.

Slide 9 - Quiz

I am good at...
A
my favourite subject.
B
work in the local supermarket.
C
playing soccer.

Slide 10 - Quiz

I am...
A
my favourite subject.
B
sitting on Vechtdal college.
C
a student at Vechtdal college.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
Languages I speak...
A
vakken die ik leuk vind
B
dorp waar ik woon
C
talen die ik spreek

Slide 12 - Quiz

Wat is in deze zin FOUT?
I speak English and Netherlands.
A
Netherlands, omdat 'Nederlandse taal'is 'Dutch' in het Engels
B
Netherlands, omdat het 'the Netherlands' moet zijn'

Slide 13 - Quiz

Maak deze zin af:
Languages I speak are...
A
dutch and german.
B
Netherlands and German.
C
Dutch and German.

Slide 14 - Quiz

Wat is in deze zin FOUT?
My favourite subject is Maths and Biology
A
Geen punt aan het eind van de zin
B
in plaats van "is" moet 'are' staan omdat het over 2 vakken gaat, dus meervoud
C
Beide antwoorden A en B

Slide 15 - Quiz

Waar is de geboortedatum correct geschreven?
A
17 march 2007
B
17 March 2007
C
17-03-2007

Slide 16 - Quiz

Some pitfalls
Meervoud in het Engels: nooit ‘s
  hobby -> many hobbies


their / they’re
This is their car. (bezittelijk voornaamwoord (van) hun)
They’re on holiday. (verkorte vorm van zij zijn)

I am a student at Vechtdal college./ My school is Vechtdal college.
Nooit ->  I sit on... -> Dit is zoooo FOUT !!!

Slide 17 - Diapositive

Weet jij hoe jij in het Engels een kort verhaal moet schrijven waarin jij iets over jezelf vertelt?
0100

Slide 18 - Sondage

Dit moet in deze les AF zijn: 
1. Online opdrachten over bezittelijke voornaamwoorden:
2. opdr. 20,21 , blz. 63(Werkboek)
3. Unit 2-> Lesson 2-> Practise more (online)



Klaar? Leren voor de toetsweek -> Zie Studiewijzer
timer
30:00
Do exercises:
Extra uitleg over bezittelijke voornaamwoorden?

Slide 19 - Diapositive

BALLOONS | How It's Made

 Ever wondered how balloons are made? Get the full history and 'making of' right here!
...
Ever wondered how peanut butter is made? Now's your chance! Watch the process of how they get peanut butter onto our shelves. 

Slide 20 - Diapositive

Study Words 2.1+2.2
Quizlet -> click here and  enter the code to join the game

                                                          

Slide 21 - Diapositive