Taal rampen woordenschat

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat weet je al over het thema rampen?
Maak een woordweb
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel: Jullie leren 12 van de nieuwe themawoorden.

Slide 3 - Diapositive

Vind met jouw groepje zoveel mogelijk informatie over het woord dat jullie hebben gekregen.
Maak een woordweb met tekening erbij.
Zorg voor een goede taakverdeling.
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Presenteer jullie woord!
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Quiz
Ga terug naar je eigen plek en pak je wisbordje erbij

Slide 6 - Diapositive

Dat is nou "welgeteld" de vierde keer deze maand!
A
De zoveelste keer
B
Zeker wel
C
Precies geteld.

Slide 7 - Quiz

Hij staat er "gebiologeerd" naar te staren.
A
Ergens verbaasd over zijn.
B
Ergens heel geboeid door zijn.
C
Iets raar vinden.

Slide 8 - Quiz

Hij is gelukkig nu bedaard.
A
Rustig.
B
Tevreden.
C
Gaan slapen

Slide 9 - Quiz

Onweer is vaak "vergezeld van" regen
A
Samen met.
B
Onafhankelijk van.
C
veroorzaakt door.

Slide 10 - Quiz

Het gehuil van de baby gaat "door merg en been"
A
Zachtjes maar heel vervelend.
B
Hard en naar om te horen.
C
Hartverscheurend.

Slide 11 - Quiz