Maak deze test zelfstandig om te kijken wat je weet.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5
Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
kennistest
Maak deze test zelfstandig om te kijken wat je weet.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Op deze camping (worden) elke zaterdag (barbecuen) met de nieuw (arriveren) gasten.
Slide 3 - Question ouverte
Met (ontbloten) bovenlichamen (fietsen) de jongens gistermiddag in de zomerzon over het pas (verbreden) rijwielpad naar hun vakantiewoning.
Slide 4 - Question ouverte
Terwijl de laatste (ontslaan) medewerkers (teleurstellen) naar de fabriekspoort wandelden, zei de boekhouder tegen zijn directeur: '(Raden) eens hoeveel geld we met de ombuigingen hebben (besparen).’
Slide 5 - Question ouverte
Het ministerie van Financiën heeft (becijferen) dat de Nederlandse economie zich slechts (verrassen) langzaam (herstellen) van de recessie.
Slide 6 - Question ouverte
(Worden) je baas eigenlijk snel kwaad als een van de scholieren te laat komt?
Slide 7 - Question ouverte
Zet in het meervoud: bacterie - bureau - café - display - stommerik - technicus
Slide 8 - Question ouverte
Maak verkleinwoorden:
ketting - bikini - oma - baby
Slide 9 - Question ouverte
Welke woorden/woorddelen kun je weglaten en waar zet je een weglaatstreepje?
binnenlandse reizen en buitenlandse reizen nationale treinen en internationale treinen tafel zilver en tafel serviezen in voor spoed en tegen spoed
Slide 10 - Question ouverte
Sommige / sommigen?
Vele / velen?
Meeste / meesten?
Weinige / weinigen?
Slide 11 - Diapositive
We kochten afgelopen zaterdag eieren op de markt, maar helaas bleken de meeste(n) bedorven.
Slide 12 - Question ouverte
Voor de bruiloft waren vele(n) uitgenodigd, maar slechts weinige(n) kwamen opdagen.
Slide 13 - Question ouverte
Plaats een trema indien nodig: audicien - buiig - coryfeeen - geirriteerd - gelinieerd - industrieen - geordend - associeren
Slide 14 - Question ouverte
De verbouwing van de aula duurt erg langzaam. Welke fout? Verbeter
Slide 15 - Question ouverte
Tommy Wieringa behoort tot één van de beste schrijvers van Nederland.
Slide 16 - Question ouverte
Welke formuleerfout? Ik lees graag boeken over de samenleving zoals bijvoorbeeld 'Alle mensen deugen' van Rutger Bregman.
Slide 17 - Question ouverte
De oorzaak voor haar onvoldoende is haar afwezigheid.
Slide 18 - Question ouverte
Ik ben blij met een vriendin waaraan ik alles kan vertellen.
A
goed
B
fout
Slide 19 - Quiz
Ik ga morgen naar de stad, dat ik leuk vind.
Slide 20 - Question ouverte
Dat is het spannendste wat ik ooit heb gedaan
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quiz
Ricks tas viel omlaag van de trap. welke fout is dit? verbeter
Slide 22 - Question ouverte
Mijn huiswerk voor aardrijkskunde heb ik al gemaakt en begin ik nu aan Nederlands. Welke formuleerfout is dit? Verbeter
Slide 23 - Question ouverte
Het resultaat van de enquêtes over online-lessen zullen worden gepubliceerd in de nieuwsbrief
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quiz
De rechtbank moet een wijze uitspraak doen op grond van een grondig essay/dossier/anekdote.
A
essay
B
dossier
C
anekdote
Slide 25 - Quiz
De gedragsregels moeten impliciet/expliciet/essentieel opgesteld worden om te kunnen handhaven.
A
impliciet
B
expliciet
C
essentieel
Slide 26 - Quiz
Wat schrijf je op de puntjes? Heeft de leraar ---- niet uitgelegd hoe.... de toets het beste kunnen leren?
A
hen,hun
B
hun,hun
C
hun,zij
D
hen,zij
Slide 27 - Quiz
Verbeter de zin: Ingesneeuwd in de berghut, redde een helikopter de bergwandelaars.
Slide 28 - Question ouverte
Verbeter de zin: Ben je ervan op de hoogte dat wanneer je meedoet met het schoolkoor, je een extra cijfer krijgt?
timer
1:00
Slide 29 - Question ouverte
Welke formuleerfout? Het leerwerk had Bas van tevoren goed gepland
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 30 - Quiz
Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
contaminatie
D
onjuiste herhaling
Slide 31 - Quiz
Verbeter de volgende zin: Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.