Les 1 - Levenskenmerken, organismen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom bij Biologie!

Maar eerst even voorstellen!

Mevrouw Fokelien

Mijn lievelingsdier is een geit.

Mijn lievelingseten is pasta 

Ik ben mentor van klas 1O en ik geef science les op de Melkemastate

Ik ben 24 jaar

Ik speel volleybal 

En wie zijn jullie?

Wat heb je deze les nodig?

- Een pen 

- Je schrift

- Je laptop 

Les opbouw

Wat weten jullie over biologie?

Lesdoelen

Instructie

Opdrachten maken

Nabespreken

Afronding

Wat weten jullie al over biologie?

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je:

1. Uitleggen wat organismen zijn.
2. De 9 levenkenmerken van een organisme noemen. 
3. Bepalen of iets levend, dood of levenloos is.

Thema 1 - Basisstof 1 : Organismen

Wat is een organisme?

Alles wat leeft

Alles wat leeft???

Levend

Met levenskenmerken.

Dood

Levenloos

Zonder levenskenmerken maar wel gehad.

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Zonder levenskenmerken

en nooit gehad.

Organisme

Aantekeningen

Maak aantekeningen in je schrift!

Levenskenmerken

Levenskenmerken?

Opdracht

Levenskenmerken: Kenmerken die levende organismen vertonen.

Dit zijn dus dingen die alle levende organismen doen.

Hier kun je misschien zelf ook wel iets voor bedenken.

Jullie gaan samen opschrijven wat jullie denken dat levenskenmerken zijn.  

In groepjes van 3 of 4

Jullie schrijven eerst elk in een vak wat jullie zelf denken dat levensverschijnselen zijn. -> 2 minuten

Daarna gaan jullie samen praten en overleggen wat jullie in het midden van het papier zetten. -> 3 minuten.

9 Levenskenmerken

1. Groei - 
2. Ontwikkeling -
3. Reageren op prikkels -
4. Beweging -
5. Stofwisseling -
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

Aantekeningen

Maak aantekeningen in je schrift!

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder
2. Ontwikkeling -
3. Reageren op prikkels -
4. Beweging -
5. Stofwisseling -
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels -
4. Beweging -
5. Stofwisseling -
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

Let op! Er is een verschil

Groeien = het groter en zwaarder worden van een organisme.

Ontwikkelen =  gaat om veranderingen die optreden in de bouw van een organisme

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging -
5. Stofwisseling -
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling -
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling - Stoffen omzetten in het organisme.
6. Voeding -
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling - Stoffen omzetten in het organisme.
6. Voeding - Eten en drinken om te leven.
7. Ademhaling - 
8. Uitscheiding -
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling - Stoffen omzetten in het organisme.
6. Voeding - Eten en drinken om te leven.
7. Ademhaling - Een gas, zoals zuurstof opnemen en een ander afgeven.
8. Uitscheiding - 
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling - Stoffen omzetten in het organisme.
6. Voeding - Eten en drinken om te leven.
7. Ademhaling - Een gas, zoals zuurstof opnemen en een ander afgeven.
8. Uitscheiding - Afvalstoffen uit het organisme afgeven.
9. Voortplanting - 

9 Levenskenmerken

1. Groei - Iets wordt groter en zwaarder.
2. Ontwikkeling - Veranderingen in de bouw.
3. Reageren op prikkels - Iets doen na een waarneming.
4. Beweging - Verplaatsen van het organisme of een deel.
5. Stofwisseling - Stoffen omzetten in het organisme.
6. Voeding - Eten en drinken om te leven.
7. Ademhaling - Een gas, zoals zuurstof opnemen en een ander afgeven.
8. Uitscheiding - Afvalstoffen uit het organisme afgeven.
9. Voortplanting - Nakomelingen krijgen

maken.wikiwijs.nl

Wat is het levenskenmerk?

Een boom wordt groter.

Pak je wisbordje!!

Wat is het levenskenmerk?

Een boom wordt groter.

Groei

Wat is het levenskenmerk?

Iemand in een filmpje doet make-up op.

Wat is het levenskenmerk?

Iemand in een filmpje doet make-up op.

Beweging

Zijn er vragen

Opdrachten

Lezen thema 1 - levend - dood- levenloos

Maken: Opdrachten Stap 1 t/m 3

Noem 3 levenskenmerken

Wat is een organisme?

Wanneer leeft iets?

Hoe vond je de les gaan?

110

Heb je nog iets gemist in de les?

Afsluiting

Huiswerk

Lezen: Levend - dood - levenloos

Afmaken: opdrachten bij stap 1, 2 en 3

Lezen: Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?

maken.wikiwijs.nl