Welkom in nederland Hoofdstuk 3 GEZONDHEID EN GEZONDHEIDSZORG

 WELKOM IN NEDERLAND 
Hoofdstuk 3 GEZONDHEID EN GEZONDHEIDSZORG
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KNMHBOStudiejaar 1,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

 WELKOM IN NEDERLAND 
Hoofdstuk 3 GEZONDHEID EN GEZONDHEIDSZORG

Slide 1 - Diapositive

Thema's die aan bod komen:

*Gezondheid en gezondheidszorg in Nederland

Slide 2 - Diapositive

Gezondheidszorg

Slide 3 - Carte mentale

Huiswerk

Vragen?

Bespreek de termen hiernaast:
Bespreek deze termen:

gyneacoloog
doorverwijzen 
 specialist
polikliniek
afdeling
onderzoek
behandeling
 operatie
opname
 verwijsbrief
 fysiotherapeut
klacht












Slide 4 - Diapositive

Arts special voor vrouwen
Je moet in het ziekenhuis blijven en slapen.
Afdeling in het ziekenhuis waar je een onderzoek krijgt.
plastickaartje met informatie over jou.
de gynaecoloog
de opname
de polikliniek 
patiëntenpas 

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

.
Van welk zorg heb jij weleens gebruik van gemaakt?

Slide 7 - Diapositive

Praten aan de hand van vier stellingen:
1) Ik voel me gehoord als ik met gezondheidsklachten naar de huisarts ga (kan ik duidelijk overbrengen wat ik mankeer?)

3) Gezond eten is erg duur.

4) Er zijn in Nederland veel te veel regeltjes voor zorg. (geef aan welke regels je overbodig vindt).




Slide 8 - Diapositive

Je kunt altijd snel een afspraak krijgen met een specialist.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De huisarts maakt een patiëntenpas voor je.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Quiz hoofdstuk 3

Slide 11 - Diapositive

Galo heeft pijn in zijn rug. Hij heeft er al 2 weken last van. Wat moet hij eerst doen?
A
Hij loopt binnen bij de huisarts en vraagt of hij een onderzoek wil doen.
B
Hij belt naar de assistente van de huisarts om een afspraak te maken
C
Hij belt naar het ziekenhuis om een afspraak te maken.

Slide 12 - Quiz

De huisarts zegt dat Galo naar de fysiotherapeut moet. Hij schrijft een verwijsbrief. Wat moet Galo doen?
A
Het briefje is een recept, Galo moet het aan de apotheek geven.
B
Bij de eerste afspraak met de fysiotherapeut geeft Galo de brief aan hem
C
Galo moet de verwijsbrief bewaren.

Slide 13 - Quiz

Er moet ook een specialist in het ziekenhuis naar Galo's rug kijken. Galo komt voor het eerst in het ziekenhuis. Wat moet hij eerst bij de balie doen?
A
Hij moet een patientenpas laten maken
B
Hij moet een verzekeringsbewijs laten maken
C
Hij moet een verwijsbrief vragen

Slide 14 - Quiz

Galo en Mirjam hebben nooit kiespijn. Hoe vaak moeten ze een afspraak maken met de tandarts?
A
Nooit, want ze hebben nooit kiespijn
B
2 keer per jaar voor controle
C
Ze kunnen zonder afspraak komen voor controle

Slide 15 - Quiz

SNEL HULP NODIG.
Je bent op jouw hoofd gevallen en geeft geen antwoord meer.
Je hebt last van jouw hart.
HET ALARMNUMMER 112 
Je zegt waar een ambulance nodig is.


Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Soms heb je na vijf uur , in het weekend een dokter of een tandarts nodig. Wat moet je doen?

Slide 18 - Question ouverte

AVONDDIENST-NACHTDIENST-WEEKENDDIENST
  • Dan bel je het nummer van je eigen huisarts of tandarts. 
  • Jij krijgt een informatie met een telefoonnummer.
  • Dat is het nummer van een andere dokter of tandarts die ‘s avonds, ‘s nachts of in het weekend dienst heeft.


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

DE HUISARTSENPOST
  • Soms heb je de het nummer van een huisartsenpost.
  • Bij een huisartsenpost werkt een huisarts meestal in het ziekenhuis.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Als iemand zijn arm of been gebroken, kan hij/zij naar de afdeling Spoedeisende Hulp. (Zonder afspraak)

Slide 23 - Diapositive

Je belt jouw eigen tandarts en hoort het nummer van een andere tandarts die weekenddienst heeft.
Je belt 112.
Je doet niks en kijkt of het maandag over is.
Je belt de huisartsenpost.
Je gaat naar de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis.
Je hebt in het weekend een beetje koorts.
Je hebt in het wekeend heel veel last van kiespijn.
Je bent gevallen, misschien is jouw arm gebroken.
Er moet snel een ambulance komen.
Jouw kind heeft 's nachts hoge koorts.

Slide 24 - Question de remorquage

SAMENVATTING

Slide 25 - Question ouverte