Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Au restaurant
Slide 1 - Diapositive
Tache Chapitre 7
Je gaat een afspraak maken met een vriend/vriendin om naar het restaurant te gaan.
Hier gaan jullie iets te eten/drinken bestellen.
Je werkt volgens een stappenplan (blz 111/112 van je werkboek.
Je werkt in tweetallen.
Je presenteert dit voor de klas.
Slide 2 - Diapositive
Bladzijde 94
Lees de tekst op bladzijde 94 van het tekstboek.
Beantwoord de volgende vragen in je werkboek (bladzijde 111) of op papier.
Slide 3 - Diapositive
Vragen over de tekst:
Van welk restaurant is deze menukaart?
Wat voor soort gerechten kun je in dit restaurant eten?
Wat is een tajine volgens de menukaart?
Wat is een pastilla volgens de menukaart?
Slide 4 - Diapositive
Maak stap 2B in je boek (p 111)
Boek niet bij? Vertaal dan de volgende zinnen:
Hoe laat vertrekken we?
Hoe gaan we er heen?
Heb je zin om naar een restaurant te gaan?
Heeft u een keuze gemaakt?
Heeft het gesmaakt?
Wilt u iets drinken?
Slide 5 - Diapositive
Maak stap 2C in je boek
Boek niet bij? Schrijf dan op wat je zou kiezen als:
Entrée
Plat principal
Dessert
Boisson
Slide 6 - Diapositive
Bereid nu het volgende gesprek voor:
Bereid nu de volgende twee gesprekken voor. Houd er rekening mee dat je deze gesprekken zo direct voor de klas moet kunnen voeren zonder de Franse tekst erbij!
Slide 7 - Diapositive
Groet
Groet terug
Vraag of hij/zij zin heeft om mee te gaan naar een restaurant.
Reageer enthousiast.
Zeg wanneer je wilt gaan.
Vertel of je dan kunt.
Vraag hoe jullie er heen gaan?
Vertel hoe jullie er heen kunnen gaan.
Zeg dat je een tafel hebt gereserveerd.
Vraag hoe laat jullie vertrekken.
Vertel hoe laat jullie vertrekken.
Herhaal en zeg dat je dat goed vindt.
Vraag of hij/zij van vis houdt.
Geef antwoord. Vertel ook wat je als hoofdgerecht wilt.
Slide 8 - Diapositive
Groet
Groet terug
Vraag of hij/zij een tafel heeft gereserveerd.
Zeg op welke naam je hebt gereserveerd.
Vraag of hij/zij de naam kan spellen.
Spel je naam :-)
Vraag of hij/zij iets wilt drinken.
Bestel iets van de kaart.
Vraag of hij/zij een keuze heeft gemaakt.
Zeg wat je als voorgerecht wilt.
Vraag of hij/zij van vis houdt.
Geef antwoord. Vertel ook wat je als hoofdgerecht wilt.