Taalverzorging H1: spelling - leestekens gebruiken - les 1

timer
10:00
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

H1 Taalverzorging- spelling
boek blz. 36 of online

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel(en)
Leestekens goed gebruiken
- je kunt punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
- hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten gebruiken.
- komma's gebruiken

Slide 3 - Diapositive

Verschillen in betekenis
- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen.

- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen.

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Slide 4 - Diapositive

Waarom gebruiken we leestekens?

Slide 5 - Carte mentale

Weet je nog? Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea

Slide 7 - Quiz

Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van seizoenen/jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven

Slide 8 - Quiz

Leestekens (1)
- punten
- vraagtekens
- uitroeptekens
- komma's

Slide 9 - Diapositive

Punten (1)
- Aan het einde van een zin

Vandaag heb ik een hockeywedstrijd. 
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 10 - Diapositive

Punten (2)
- Na of in sommige afkortingen
d.m.v. - m.a.w. - i.i.g.
dhr. - mevr. - mej.
max. - min. - nr.

Slide 11 - Diapositive

Vraagtekens
- Na een directe vraag

Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?
'Neem jij mijn tas mee?' ,vroeg Brahim.

Slide 12 - Diapositive

Uitroeptekens (1)
- Om aan te geven dat iemand luid roept:

'Ik ben beneden!' ,klonk het vanuit de kelder.

Slide 13 - Diapositive

Uitroeptekens (2)
- Om een bevel of waarschuwing aan te geven
Halt, of ik schiet!
Stop!
Kom hier!

Slide 14 - Diapositive

Komma's
- Maakt een zin overzichtelijker
- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt

Slide 15 - Diapositive

Komma's (1)
-Als pauzeteken in een zin

Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.

Slide 16 - Diapositive

Komma's (2)
- Tussen de delen van een opsomming

Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, mango, vanille en bosvruchten.

Slide 17 - Diapositive

Komma's (3)
-Tussen twee persoonsvormen

Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.

Slide 18 - Diapositive

Leestekens (2)
- dubbele punt bij een citaat
- aanhalingstekens bij een citaat

Slide 19 - Diapositive

Weet jij (nog) wat een citaat is?

Slide 20 - Carte mentale

Citaat
- Wanneer iemands woorden letterlijk weergegeven worden, heet dit een citaat.
- staat altijd tussen aanhalingstekens
- wordt ook directe reden genoemd
- begint altijd met een hoofdletter

Slide 21 - Diapositive

Aanhalingstekens bij citaat
- Een citaat staat altijd tussen aanhalingstekens.
Sem zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Ibrahim gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'

Slide 22 - Diapositive

Dubbele punt bij citaat
- Een dubbele punt wordt voor het citaat gebruikt

Sem zei: 'Ik vond die film erg goed!'
Ibrahim gilde: 'Ik weet niet of ik dat durf!'

Slide 23 - Diapositive

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Als het pijn doet geef je maar een gil

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Arnold wil je die bak met pennen potloden en stiften aangeven

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf over. Zet leestekens waar dat moet.

Ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 26 - Question ouverte

'Sara zei:' Ik heb een super vakantie gehad!
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Fernando vroeg: 'Wil je de suiker aangeven?'
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Willem zei tegen Tim: 'Ik kan je niet vinden.'
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quiz

Ali zei 'Daar heb ik geen zin in.'
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quiz

De jongen riep: 'Maurice, wacht even!'
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quiz

Mike vroeg vera heb je de toets goed gemaakt?

De bovenstaande zin kan met leestekens op twee manieren worden opgeschreven: wat wordt dan het verschil in de betekenis?

Slide 32 - Question ouverte

Geleerd
Leestekens goed gebruiken.
- je kunt punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
-je kunt dubbele punt en aanhalingstekens gebruiken bij een citaat.

Slide 33 - Diapositive

Aan het werk: 
H1 Taalverzorging - Spelling
Online of boek blz. 36 t/m 39.

Maken opdracht 1 t/m 6. 
  • Klaar?  - opdrachten nakijken/verbeteren
- Opdracht 7 maken
- Lezen

Slide 34 - Diapositive