Unit 2, lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Today

1. Duolingo time.
2. Rewind: rangtelwoorden
3. Homework check
4. Grammar: Months & days of the week
5. Practise together
6. Words, lesson 2
7. (home)work
8. Looking back

Aan het einde van deze les..

1. .. ken je de maanden van het jaar en dagen van de week in het Engels.
2. .. heb je kennis gemaakt met de woordjes van lesson 2.
3. .. heb je extra geoefend met de words, phrases en grammar van lesson 1.

Vul aan:
Als je rangtelwoorden gebruikt in het Engels, moet je letten op...

2. Homework check

Homework was:

• exc. 3 t/m 10 

Please, open p.58

Check together:

exc. 3/4/5/6/9

Months & days of the week

Please, open your book: p.64

together

Schrijf in het Engels op..
..wanneer je jarig bent.
Doe het zo: maand + rangtelnummer (vb: September eleventh)

Schrijf in het Engels op..
..wanneer je beste vriend jarig is.
(maand + rangtelnummer)

Schrijf in het Engels op..
..wanneer je vader, moeder oom, tante, zus, broertje of wie dan ook uit de familie jarig is.
(maand + rangtelnummer)

Words, lesson 2

Please, open your book: p.63

Pak je agenda en noteer:

Monday, Oct. 18th, 6th hour:

Do: exc. 12 t/m 19 (p.62 t/m p.66)

       practise more (unit 2, lesson 1: online)

L: words lesson 1 & 2 (p.191), phrases lesson 2 (p.192)

Waar moet je op letten als je in het Engels rangtelwoorden gebruikt?