toetsweek 3 unit 4/5 3m 3hv

homework for today was:
  1. 3M : 4.5 maak 4 + 5 en bestudeer de grammar van 4.5 (first en second conditional)
  2. 3H : maak  opdracht 4 + 5 en bestudeer de grammar van 4.5 (p 228 in je boek) over de past simple, de past continuous en de past perfect. Belangrijk is dat je de vorm weet ( hoe maak je ze) en wanneer je ze gebruikt!
  3. 3V: bestudeer de grammar van 5.4 en maak opdracht 5 & 6
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

homework for today was:
  1. 3M : 4.5 maak 4 + 5 en bestudeer de grammar van 4.5 (first en second conditional)
  2. 3H : maak  opdracht 4 + 5 en bestudeer de grammar van 4.5 (p 228 in je boek) over de past simple, de past continuous en de past perfect. Belangrijk is dat je de vorm weet ( hoe maak je ze) en wanneer je ze gebruikt!
  3. 3V: bestudeer de grammar van 5.4 en maak opdracht 5 & 6

Slide 1 - Diapositive

goal today
Repeat Rehearse Refresh

Test 14th of April

Slide 2 - Diapositive

program
  1. Together: First en second conditionals - 15 min
  2. individual - versterk jezelf- 20 min
  3. Questions? - 10 min

Slide 3 - Diapositive


Conditionals
if- zinnen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

The First Conditional
  • Als iets waarschijnlijk gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • will + werkwoord ... if + present simple

  • If he gets the day off, we will go to London
  • We will be sad if Daniel leaves

Slide 7 - Diapositive

Exercise 1
Put the sentences in the first conditional

Type the whole sentence

Slide 8 - Diapositive

If you (go) out with your friends tonight, I (watch) the football match on TV.

Slide 9 - Question ouverte

I (earn) a lot of money if I (get) that job.

Slide 10 - Question ouverte

If she (hurry / not), we (miss) the bus.

Slide 11 - Question ouverte

The Second Conditional
  • Als het niet waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst
  • if + past simple, would + werkwoord

  • If we got the day off, we would go to London.
  • We would all be sad if Daniel left

LET OP: In deze conditonal gebruik je bij 'be' altijd WERE
If I were you I would not help him

Slide 12 - Diapositive

Exercise 2
Put the sentences in the second conditional

Type the whole sentence

Slide 13 - Diapositive

if he (try) harder, he (reach) his goals.

Slide 14 - Question ouverte

I (buy) these shoes if they (fit).

Slide 15 - Question ouverte

it (surprise / not) me if he (know / not) the answer.

Slide 16 - Question ouverte

Choose first or second conditional:
I ... (quit) smoking if I ... (be) you, .

Slide 17 - Question ouverte

choose first or second conditional:
If we (live) in Mexico, I (speak) Spanish.

Slide 18 - Question ouverte

Second conditional
refers to ....
A
a future, real situation
B
un unreal, imaginary situation

Slide 19 - Quiz

1st conditional is used for
A
Facts and truths
B
Hypothetical past situations
C
Improbable future situations
D
Possible and likely to happen situations

Slide 20 - Quiz

This is all..

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive