2.2: meer dan 1 kracht (deel 2)

Goedemiddag!
Pak je vast je werkboek en schrift?
Vandaag gaan we meerdere krachten tekenen die werken op 1 voorwerp.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemiddag!
Pak je vast je werkboek en schrift?
Vandaag gaan we meerdere krachten tekenen die werken op 1 voorwerp.

Slide 1 - Diapositive

Programma van deze les
  1. Terugblik op vorige les
  2. Nieuwe lesstof: resultante kracht bepalen
  3. Zelfstandig werken aan opdrachten
  4. Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Belangrijk!
Lees de vragen heel goed (zie opdracht 5).
Op welk voorwerp wordt de kracht uitgeoefend?

Nog een vraag: In welk figuur is Fz goed getekend?

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld: 1 kracht berekenen en tekenen
Lotte weegt 61 kg, hoe groot is de kracht die haar voet uitoefent op de balk?

Teken de kracht die haar voet uitoefent op de balk. Maak hiervoor eerst een krachtenschaal.

Slide 4 - Diapositive

Veerproef: voorbeeld van een uitwerking
Uitrekking (u) in cm
Aantal gewichtjes
0     1     2     3     4
12
10
8
6
4
2

Slide 5 - Diapositive

Veerconstante


C = veerconstante in newton per meter (N/m)
F = kracht die aan de veer trekt in newton (N)
u = uitrekking van de veer in meter (m)
(vaak wordt de veerconstante ook aangegeven in N/cm, omdat dit vaak praktischer is bij het noteren van de waardes.)
C=uF

Slide 6 - Diapositive

Zolang de kracht naar rechts even groot is als de kracht naar links blijven de deelnemers op hun plek.

Slide 7 - Diapositive

Bedenk twee situaties waarin een kracht evenwicht maakt met de zwaartekracht.

Slide 8 - Diapositive

Paragraaf 2.2: meer dan 1 kracht
Leerdoelen
2.2.1 Je kunt 2 situaties beschrijven waarin een kracht evenwicht met de zwaartekracht maakt
2.2.5: Je kunt de resultante berekenen als twee of meer krachten langs dezelfde lijn liggen.
2.2.6: Je kunt met de paralellogrammethode de resultante bepalen als krachten een hoek maken.

Slide 9 - Diapositive

Normaalkracht
Een voorwerp dat op een sterk oppervlak staat, dan oefent dat oppervlak een kracht uit op het voorwerp. 
Deze kracht heet de normaalkracht, FN. 
Deze kracht staat haaks op het oppervlak dat de kracht uitoefent.

Slide 10 - Diapositive

Krachten in evenwicht
Als krachten op een voorwerp in evenwicht zijn is de resultante kracht Fres op het voorwerp 0 N.

Slide 11 - Diapositive

Krachten in 1 lijn
Van krachten die in 1 lijn liggen kun je de resultante bepalen door de krachten op te tellen. 

Hou daarbij rekening met de richting die de krachten hebben.

Slide 12 - Diapositive

Hoe zou je de normaalkracht tekenen in deze figuur?

Slide 13 - Diapositive

Krachten samenstellen
Bij twee krachten die in verschillende richtingen werken kun je de resultante bepalen met de paralellogrammethode.
Hiervoor heb je een geodriehoek nodig.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld: scheef schilderijtje
Het schilderijtje trekt met een kracht van 4N aan de spijker waaraan hij hangt.
Bepaal de kracht waarmee het schilderijtje aan beide kanten van het koord trekt.

Slide 15 - Diapositive

Zelfstandig aan de slag
Wat: 2.2: Opdracht 1 a en b (kennis) en 2 ,4, 7 t/m 9 (inzicht). (blz 82 t/m87)
Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.
Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.
Tijd: Zie timer.
Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!
Klaar: Verschillende keuzes. Lees in je leesboek, maak een samenvatting, of doe de moeilijkere opdracht 6 (ben je heel vroeg klaar, dan mag je deze proef ook wel zelf nameten door hem uit te voeren). Of doe ook de plusopdrachten (de groene kaders).



Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
  • Korte quiz (3 vragen)
  •  Volgende les:

Slide 17 - Diapositive

Wat gebeurt er met de resultante kracht als de zwaartekracht en een andere kracht dezelfde grootte hebben maar tegengestelde richtingen?
A
De resultante kracht is nul.
B
De resultante kracht wordt groter.
C
De resultante kracht blijft hetzelfde.
D
De resultante kracht wordt kleiner.

Slide 18 - Quiz

Wat is de maximale waarde van de resultante kracht als de zwaartekracht een waarde heeft van 100 N en een andere kracht een waarde heeft van 80 N?
A
180 N
B
80 N
C
100 N
D
20 N

Slide 19 - Quiz

In welke van de volgende tekeningen is de resultante kracht(blauw) goed getekend?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Volgende les
Volgende les gaan we het hebben over weerstand. Over het verschil tussen bewegingen in de ruimte en hier op aarde.

Slide 21 - Diapositive