H5 les 1 De eerste steden

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Herhaling vorige les
• les 1: de eerste steden inleiding
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

• De eerste steden
• Landbouwstedelijke samenleving
• Oorzaken en gevolgen

• Drie oorzaken noemen voor het ontstaan van de eerste steden.
• Drie kenmerken noemen van een goede plek om een stad te stichten.
• Verschil uitleggen tussen oorzaak en gevolg.
• Zelf een plaats uitzoeken om je middeleeuwse stad te stichten en uitleggen waarom je juist die plaats kiest.

In welk tijdvak zitten we nu?

1. Tijd van de vroege middeleeuwen
2. Tijd van monniken en ridders
3. Tijd van steden en staten
4. Tijd van Grieken en Romeinen

Wat is een andere naam voor de tijd van Steden en Staten?

1. Oudheid
2. Vroege middeleeuwen
3. Late Middeleeuwen
4. Nieuwe tijd

Wanneer was de tijd van Steden en Staten?

1. 500-1000
2. 1200-1500
3. 800-1600
4. 1000-1500

Welk sleutelbegrip staat dit hoofdstuk centraal?

1. Macht
2. Samenleven
3. Steden
4. Kennis

Les 1 Verover de beste plek

Op welke plekken werden steden gesticht?

Ga naar Saga

Module 5 Les 1 Verover de beste plek

Digibordles

Slide 3

Video 'wat gebeurde er in de negende eeuw?'

Wat gebeurde er in de negende eeuw?

Waarom past het sleutelbegrip samenleven bij de tijd van Steden en Staten, maar ook de tijd van nu?

Welke plek was geschikt voor het ontstaan van een stad?

1. Midden in een bos
2. Bij een moeras
3. Naast een weg of bij een kruispunt
4. Op een eiland

Noem nog twee geschikte plekken voor het ontstaan van steden

Geef een voorbeeld van een oorzaak- gevolg relatie

Een oorzaak is...

1. Een gevolg van een gebeurtenis
2. Een reden waarom iets gebeurt

In de zin "Jan heeft zich verslapen, dus hij kwam te laat op school", is het verslapen..

1. de oorzaak van het te laat komen.
2. het gevolg van het te laat komen.
3. zowel oorzaak als gevolg van het te laat komen.

De bevolking van West-Europa groeide in de tijd van steden en staten. Wat was daarvan de oorzaak?

1. Mensen hadden meer geld om voedsel te kopen
2. Vikingen zorgden voor een bevolkingsgroei
3. Er was steeds meer voedsel beschikbaar

• Wat: Maak les 1 in je werkboekje
• Hoe: individueel
• Hulp: mevrouw de Vries, uitleg in SAGA en leerwerkboek
• Tijd: 10 min.
• Uitkomst: klassikaal bespreken
• Klaar?:  Ga verder in deze Lesson-Up

Welke plek hebben jullie gekozen en waarom?

Inwoneraantallen 

Plaats 1: 200 inwoners.

De plek ligt aan een landweg, maar niet aan water. Ook is er geen kerk of burcht. Het is een relatief ongunstige plek. Maar geen nood: er zijn toch volop kansen om dit uit te laten groeien tot een bloeiende stad: let maar op!

Plaats 2: 400 inwoners.

De plek ligt gunstig! Niet alleen ligt het aan de kust, wat goed is voor handel en visserij. Ook ligt er een motteburcht van de graaf, dus dat biedt bescherming. Toch is het verstandig om een aarden wal te bouwen om ook de nederzetting te beschermen bij een aanval.

Inwoneraantallen 

Plaats 3: 300 inwoners.

De plek ligt gunstig: bij een kruispunt van (water)wegen. Dat is goed voor de handel. Ook lijken er goede mogelijkheden voor landbouw, ondanks de drassige grond. Daar kun je iets aan doen!)

Plaats 4: 400 inwoners.

Ook een gunstige plek. De bisschop heeft hier zijn kathedraal. Er staan dus al wat stevige gebouwen, dat biedt bescherming. De aanwezigheid van de bisschop en kathedraal zorgen voor handel en bedrijvigheid in het dorp. Ook ligt het op een kruispunt van (water)wegen.