Nieuwsbegrip Kamerverkiezingen versie B

Nieuwsbegrip 




Tweede Kamerverkiezingen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBO

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Nieuwsbegrip 




Tweede Kamerverkiezingen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

de verkiezingen
de tweede kamer

Slide 3 - Diapositive

de regering = het kabinet + de koning
het parlement = de Eerste kamer + de Tweede kamer

Slide 4 - Diapositive

de peiling
bij voorkeur = het liefst

Slide 5 - Diapositive

het standpunt
de zwevende kiezer

Slide 6 - Diapositive

de lijsttrekker =
belangrijkste man van een partij
campagne voeren=
reclame maken

Slide 7 - Diapositive

de leefwereld
het debat

Slide 8 - Diapositive

Tekst B
de peiling
bij voorkeur
het standpunt
campagne voeren
de lijsttrekker
de zwevende  kiezer  
iemand voor  zich winnen   
het debat
in aantocht zijn
de leefwereld




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Nederland kiest Tweede Kamer

‘Wat zal ik stemmen?’ Dat is een vraag waar veel volwassenen over nadenken. Op 17 maart zijn er namelijk verkiezingen in Nederland en wordt er een nieuwe Tweede Kamer gekozen. Elke Nederlander van achttien jaar en ouder mag stemmen. Het is dit jaar niet erg spannend welke partij de grootste zal worden want de peilingen laten bijna elke dag hetzelfde zien.

Slide 11 - Diapositive

Tweede Kamer
De verkiezingen van 17 maart zijn verkiezingen voor de Tweede Kamer. Hierin zitten 150 mensen die namens alle Nederlanders belangrijke beslissingen nemen. Wie er in de Tweede Kamer mogen zitten, wordt bepaald door de verkiezingen. Na de verkiezingen vormen twee, drie of soms nog meer politieke partijen een nieuw kabinet en deze gaan het land regeren. Een nieuw kabinet heeft bij voorkeur de steun van meer dan de helft van de Tweede Kamer. Dat is dus meer dan 75 zetels.

Slide 12 - Diapositive

Politieke partijen
Bij de verkiezingen stem je op een politieke partij, want de mensen in de Tweede Kamer horen allemaal bij een partij. Nederland kent diverse politieke partijen zoals: VVD, PvdA, PVV, CDA, GroenLinks, D66, SP, SGP, ChristenUnie, FvD, Denk, Partij voor de Dieren en 50PLUS. Zij hebben verschillende standpunten over bijvoorbeeld het klimaat of het vluchtelingenbeleid. Door te stemmen, laten mensen weten met wie ze het eens zijn. Hoe meer stemmen een partij krijgt, hoe groter de kans dat die mag regeren.

Slide 13 - Diapositive

Campagne
Voor de verkiezingen proberen politieke partijen zo veel mogelijk de aandacht van de kiezer te trekken en voeren ze campagne. Affiches worden op speciale borden op straat geplakt. En de belangrijkste man of vrouw van de partij, de lijsttrekker, zijn vaak te gast in tv- en radio¬programma’s. Ook wordt er campagne gevoerd via sociale media, want daarmee bereik je snel grote groepen kiezers.

Slide 14 - Diapositive

Zwevende kiezer
Campagne voeren is erg belangrijk, want er zijn steeds meer zwevende kiezers. Dat zijn kiezers die nog niet weten op wie ze gaan stemmen. Politieke partijen proberen juist deze zwevende kiezers voor zich te winnen. Elke dag verschijnen er peilingen en lijkt het of de ene partij heeft gewonnen en de andere heeft verloren. Maar na het volgende debat kan het weer anders zijn. Politici moeten dus flink hun best blijven doen, want de uitslag is nog onzeker. Het blijft spannend tot het eind!



Slide 15 - Diapositive

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
175 leden
B
150 leden
C
200 leden
D
100 leden

Slide 16 - Quiz

Hoeveel partijen doen er aan de verkiezingen mee?
A
30
B
10
C
28
D
37

Slide 17 - Quiz

Wat is een lijsttrekker?
A
Een partij
B
De belangrijkste persoon van een partij
C
De koning

Slide 18 - Quiz

Wat is campagne voeren?
A
Stemmen
B
Reclame maken

Slide 19 - Quiz

Hoeveel mensen zijn er in Nederland ?
A
16 miljoen
B
Ruim 16 miljoen
C
18 miljoen
D
Ruim 17 miljoen

Slide 20 - Quiz

Wat geldt er in de tweede kamer ?
A
De minister president heeft alle macht
B
Meeste stemmen gelden
C
De koning heeft alle macht
D
Iedereen moet het met elkaar eens zijn

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Lien