6.15

6.15

Klokkijken deel 2

Klokkijken met de analoge klok

5 en 10 minuten voor/over het hele /halve uur.

Het is 6.20 uur.

Het is 10 voor half 7. 

Het is 17.45 uur.
Het is kwart voor zes.

's ochtends (in de ochtend)

of 's avonds (in de avond)

Wat gaan we doen?

Nadenken over wat je nog weet.

Luisteren naar de uitleg.

Samen opdrachten maken.

Alleen opdrachten maken.

Weet je nog?

• Analoog klokkijken is met wijzers.
• De grote wijzer wijst de minuten aan.
• De kleine wijzer wijst de uren aan.
• Bij het hele uur staat de grote wijzer op de 12
• Bij het halve uur staat de grote wijzer op de 6.
• Als het kwart over is, staat de grote wijzer op de 3.
• Als het kwart voor is, dan staat de grote wijzer op de 9
• Digitaal klokkijken is met cijfers.

Weet je nog?

• 1 uur = 60 minuten
  
• half uur = 30 minuten
  
• kwartier = 15 minuten (kwart voor en kwart over)
  
• 1 minuut = 60 seconden (tellen)
  
• 1 dag = 24 uren

Vandaag leer ik:

• 5 en 10 minuten voor het hele uur 
• 5 en 10 minuten over het hele uur
• 5 en 10 minuten voor het halve uur
• 5 en 10 minuten over het halve uur

We gaan nu kijken naar een filmpje waar we de 5 en 10 minuten 

https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=38336040&cmid=7770

Hoe laat is het?

1. 9:00 9 uur
2. 11:45 kwart voor 12
3. 10:45 kwart voor 11
4. 12:15 kwart over 12

Op welke klok is het kwart over 1?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor 10
2. 5 over 10
3. 5 voor 10
4. 10 over 10

Hoe laat is het hier?

1. 11 uur
2. 5 over 11
3. 5 voor 11
4. 5 voor 12

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor 9
2. 10 over 9
3. kwart voor 10
4. kwart over 10

Hoe laat is het hier?

1. 10 over half 6
2. 10 over half 5
3. 10 voor half 5
4. 10 voor half 6

Hoe laat is het hier?

1. 10 voor half 3
2. 10 over half 3
3. 5 over half 3
4. kwart voor 3

Hoe laat is het hier?

1. half 6
2. 5 over half 7
3. half 7
4. 5 over half 6

Hoe laat is het hier?

1. 5 voor 5
2. 5 voor half 8
3. 10 over half 5
4. 5 voor half 8

Hoe laat is het hier?

1. 10 over 10
2. 10 voor 2
3. 2 uur
4. kwart voor 2

Hoe laat is het hier?

1. 3 uur
2. kwart over 10
3. 3 over 10
4. 10 voor 3

Hoe laat is het hier?

1. kwart voor 11
2. 10 over half 11
3. 5 voor 8
4. 5 over half 11

Hoe laat is het hier?

1. 5 over half 2
2. 10 over 8
3. 10 over 7
4. 5 over 7

Hoe laat is het hier?

1. 5 voor half 1
2. 5 over 1
3. 5 over 5
4. 5 voor half 12

Hoe laat is het hier?

1. 5 over 11
2. 11 uur
3. 12 over 11
4. 5 voor 12

Hoe laat is het hier?

1. 5 over 3
2. kwart over 1
3. 3 over 5
4. 10 over 3

Hoe laat is het hier?

1. 10 over 12
2. 1 uur
3. 5 over 12
4. 5 over 1

8.30 uur

1. Het is half acht 's ochtends.
2. Het is half negen 's ochtends.
3. Het is half acht 's avonds.
4. Het is half negen 's avonds.

21.15

1. Het is kwart over acht 's avonds.
2. Het is kwart over zeven 's avonds.
3. Het is kwart over negen 's avonds.
4. Het is kwart over negen 's ochtends.

3.15

1. Het is kwart voor drie 's nachts.
2. Het is kwart over drie 's nachts.
3. Het is kwart over drie 's middags.
4. Het is kwart voor drie 's middags.

13.45

1. Het is kwart over een 's middags.
2. Het is kwart voor een 's middags.
3. Het is kwart voor een 's nachts.
4. Het is kwart voor twee 's middags.

6.20

1. Het is tien voor zeven 's avonds.
2. Het is tien voor half zeven 's ochtends.
3. Het is tien voor zeven 's ochtends.
4. Het is tien voor half zeven 's avonds.

23.30

1. Het is half twaalf 's avonds.
2. Het is half twaalf 's middags.
3. Het is half een 's nachts.
4. Het is twaalf uur 's nachts.

15.50

1. Het is kwart voor vier 's middags.
2. Het is tien voor vier 's nachts.
3. Het is tien voor half vier 's middags.
4. Het is tien voor vier 's middags.