Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
10.6: Het hormoonstelsel
Slide 1 - Diapositive
De afbeelding is een doorsnede van de ruggenmerg. De ruggenmerg hoort bij het...
A
Centrale zenuwstelsel
B
De hersenen
C
De zenuwen
Slide 2 - Quiz
De reflexboog van je knie reflex gaat via ....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen
Slide 3 - Quiz
Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
zenuwen
Hersenen
Hersenen
ruggenmerg
Ruggenmerg
Slide 4 - Question de remorquage
prikkel
reactie
impuls
1
2
3
4
5
gevoelszenuw
bewegingszenuw
ruggenmerg
Hersenen
ruggenmerg
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is een reflex?
A
Flexibele reactie
B
Een snelle reactie
C
Een snelle automatische reactie
D
Een snelle reactie om het lichaam te beschermen
Slide 6 - Quiz
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg
Slide 7 - Question de remorquage
In de wervelkolom ligt je ruggenmerg. Wat doet het ruggenmerg?
A
schokken opvangen.
B
Signalen van de hersenen naar de zenuwen sturen.
C
zorgen voor goede beweging.
D
het is geel beenmerg, dus vetopslag
Slide 8 - Quiz
Reflexen Hieronder staan vier beweringen over reflexbewegingen. 1 Impulsen voor reflexbewegingen verlopen altijd via het ruggenmerg. 2 Een bepaalde reflexbeweging komt meestal sneller tot stand dan dezelfde bewuste beweging. 3 Reflexbewegingen kunnen niet worden onderdrukt. 4 Reflexbewegingen komen tot stand voordat of zonder dat het individu zich van de prikkel bewust wordt.
Welke beweringen zijn juist?
A
Alleen de beweringen 1 en 3.
B
Alleen de beweringen 2 en 4.
C
Alleen de beweringen 1, 2 en 3.
D
Alleen de beweringen 2, 3 en 4.
Slide 9 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.
Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren.
Slide 10 - Diapositive
Het hormoonstelsel
Regelt langzame en langdurige processen.
Hormonen: stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Klieren
1. Klieren met afvoerbuizen: zoals speekselklier, zweetklier
2. Klieren zonder afvoerbuizen: hormoonklieren geven hormonen af aan het bloed
Slide 13 - Diapositive
Hormoonklieren
Produceren hormonen
Direct in het bloed
Alleen de organen die gevoelig zijn voor het hormoon reageren hierop
Slide 14 - Diapositive
Hypofyse
ligt tegen de onderkant van de hersenen
produceert verschillende hormonen
groeihormoon
hormonen die andere hormoonklieren aansturen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Schildklier
Schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling, groei en ontwikkeling
te veel schildklierhormoon te veel verbranding
te weinig schildklierhormoon te weinig verbranding
Slide 17 - Diapositive
Eilandjes van Langerhans
Groepjes cellen die hormonen maken (insuline en glucagon)
Regelen hoeveelheid suiker in je bloed: glucose
Glucosegehalte in bloed = bloedsuikerspiegel
Slide 18 - Diapositive
Glucosespiegel
Als je eet: koolhydraten > verteerd tot glucose > opgenomen in je bloed via de dunne darm
De eilandjes van Langerhans (in de alvleesklier) regelen de hoeveelheid glucose in je bloed door middel van twee hormonen --> insuline en glucagon
Slide 19 - Diapositive
Niet op te slaan in lichaam
Wel op te slaan in lichaam
Slide 20 - Diapositive
Bloedsuikerspiegel
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Diabetes
Suikerziekte
Lichaam maakt te weinig insuline
Cellen reageren niet op de insuline
Gevolg: minder glucose wordt omgezet in glycogeen, waardoor de hoeveelheid glucose in het bloed stijgt
Slide 23 - Diapositive
Bijnieren
Produceren het hormoon adrenaline
Doel: zorgt ervoor dat je snel kunt handelen
Heel bang/woedend/hard schrikt
Gevolg: glycogeen in lever en spieren wordt omgezet in glucose --> in bloed
Het hart gaat sneller kloppen, ademhaling versnelt
Slide 24 - Diapositive
vragen
VRAGEN?
Slide 25 - Diapositive
Welke is GEEN hormoonklier?
A
Lever
B
Eierstokken
C
Teelballen
D
Schildklier
Slide 26 - Quiz
Wat regelt het schildklierhormoon?
A
stofwisseling
B
lichaamstemperatuur
C
andere hormoonklieren
D
bloeddruk
Slide 27 - Quiz
Welke hormoonklier regelt de aanmaak van hormonen in de eilandjes van Langerhans?
Slide 28 - Question ouverte
Kan glucose worden opgeslagen?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quiz
Welk hormoon maken de bijnieren?
A
Glucagon
B
Adrenaline
C
Testosteron
D
Insuline
Slide 30 - Quiz
Bewegingszenuwcel
schakelcel
ruggenmerg
Gevoelszenuwcel
Slide 31 - Question de remorquage
ruggenmerg
wervel
zenuw
Slide 32 - Question de remorquage
Hersenen
Zenuwen
Ruggenmerg
Slide 33 - Question de remorquage
In het ruggenmerg bevinden zich
A
Alleen schakelcellen
B
Gevoelszenuwcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
C
Schakelcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
D
Alleen gevoelszenuwcellen
Slide 34 - Quiz
Ruggenmerg
In afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.
Bij welk punt komt een impuls die ontstaat in de rechterbiceps aan in het ruggenmerg?