Grammatica zinsdelen

Hoofdstuk 4
Grammatica zinsdelen
- lijdend voorwerp 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4
Grammatica zinsdelen
- lijdend voorwerp 

Slide 1 - Diapositive

Lijdend voorwerp
1. Uitleg filmpje 
2. Een paar vragen in LessonUP

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Les 1:
- Uitleg zinsdelen lijdend voorwerp 15 min.
- Opdrachten maken (werkblad + boek) 20 min.
- Klassikaal nakijken opdrachten 10 min. 

Les 2:
- Trainen online 15 min. 
- Lezen 30 min. 



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Even kort herhalen

Slide 5 - Diapositive

Mijn moeder heeft een taart gebakken
pv =?

Slide 6 - Question ouverte

Mijn moeder heeft een taart gebakken
wg =?

Slide 7 - Question ouverte

Mijn moeder heeft een taart gebakken
ow =?

Slide 8 - Question ouverte

Mijn moeder heeft een taart gebakken

pv = heeft

wg = heeft gebakken

ow = Mijn moeder


Welke zinsdeel is er over? 

Slide 9 - Diapositive

Mijn moeder heeft een taart gebakken

pv = heeft

wg = heeft gebakken

ow ( wie + pv/wg?)= mijn moeder


over  = een taart, je krijgt het antwoord "een taart" als je de vraag "wat + pv + ow" stelt.

Slide 10 - Diapositive

lijdend voorwerp


wie/wat + gezegde + onderwerp?
Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp.

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld:
Hij maakt zijn huiswerk.
    Wat maakt hij?
    antwoord: zijn huiswerk
    zijn huiswerk is lijdend voorwerp

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld:
Ze waarschuwden hem niet op tijd.
    Wie waarschuwden ze?
    antwoord: hem
    hem is lijdend voorwerp

Slide 13 - Diapositive

Even oefenen

Slide 14 - Diapositive

De jongens gooiden sneeuwballen

Pv=?
A
de jongens
B
gooiden
C
sneeuwballen

Slide 15 - Quiz

De jongens gooiden sneeuwballen

lv=?
A
de jongens
B
gooiden
C
sneeuwballen

Slide 16 - Quiz

De mees kon een nestje bouwen in het nieuwe vogelhuisje.
Lv=?

Slide 17 - Question ouverte

Hij vond zijn ontbijt tenslotte in de koelkast.
Lv=?

Slide 18 - Question ouverte

Vragen over het lijdend voorwerp?

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag 
- Verder met het werkblad
 - Noteer de antwoorden in je schrift
timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Nakijken werkblad 
Mondeling 

Zet krullen en kruisjes in je schrift 

Slide 21 - Diapositive

Les 2:
Trainen 'lijdend voorwerp' hoofdstuk 4 15 min. 

Lezen 30 min. 

Slide 22 - Diapositive

Hoofdstuk 4
Grammatica zinsdelen
- lijdend voorwerp 

Slide 23 - Diapositive

Wat leren we in deze paragraaf?

  • Zinsdeelstrepen
  • Persoonsvorm (pv)
  • Onderwerp (ow)
  • Werkwoordelijk gezegde (wg)
  • Lijdend voorwerp (lv) 

Slide 24 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Verder werken aan het werkblad 20 min.
(Ook de opdrachten uit het boek)

2. Nakijken van het hele werkblad

3. Verder werken aan de opdrachten/trainen

timer
20:00

Slide 25 - Diapositive

Blokuur Nederlands
Grammatica zinsdelen
  • zinsdeelstrepen
  • pv
  • ow
  • wg
  • lv

Slide 26 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Eerste les:
1. Werkblad zinnen nakijken (klassikaal) 15 min.
2. Alle opdrachten afmaken 15 min. 
3. lezen? 10 min. 

Tweede les:
1. Verder werken aan de opdrachten 10 min.
2. Trainen online H4 grammatica lijdend voorwerp 10 min.
3. Lezen in je leesboek 20 min. 

timer
20:00

Slide 27 - Diapositive

Wat ga je doen?
1. Blz. 246 t/m 248 opdracht 1 t/m 10 = huiswerk 20 min.
Klaar? Blz. 118 en 119 opdracht 1 t/m 4
2. Lezen 20 min. 
timer
20:00

Slide 28 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. De brug nakijken opdracht 1 t/m 10 (Lessonup) zelf
2. Werken aan alle opdrachten van zinsdelen H4 (blz. 118 en 119)
3. Opdrachten nakijen (Lessonup) zelf
4. Starten met grammatica woordsoorten H4 

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. In tweetallen opdracht 3 en 4 nakijken 

2. Zelf opdracht 1 en 2 zinsdelen nakijken (LessonUP)

3. Zelf video- uitleg bekijken 
2 filmpjes aanwijzend en vragend voornaamwoord
H4 - Grammatica aanwijzend en vragend voornaamwoord. 

4. Blz. 120 opdracht 1, 2 en 4 maken = huiswerk 


Slide 36 - Diapositive