KUA training - Drama

III. Spelvormgeving:
Hoe wordt de theatervoorstelling vormgegeven door middel van spel? Noem de 3 aspecten
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
KUAMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

III. Spelvormgeving:
Hoe wordt de theatervoorstelling vormgegeven door middel van spel? Noem de 3 aspecten

Slide 1 - Question ouverte

SPELVORMGEVING
1. LICHAAM
2. STEM
3. MISE-EN-SCENE (GEBRUIK VAN DE RUIMTE MET JE LICHAAM)


NB: Met deze 3 samen kun je een speelstijl creëren zoals:  
soap, realisme, slapstick, improvisatie, commedia dell' arte

Slide 2 - Diapositive

Noem bij het aspect 'lichaam'
3 voorbeelden van spel(vormgeving)

Slide 3 - Question ouverte

SPELVORMGEVING lichaam
lichaam 
– mimiek (gezichtsuitdrukking)
– gebaren en bewegingen (bijv. waggelen van een dronkaard)
– lichaamshouding (zoals een stijve nek voor een koppig                    persoon, of het ingezakt zitten van een sloom figuur)
– handeling (roken, neuspeuteren, op het horloge kijken) 

Slide 4 - Diapositive

Noem bij het aspect 'STEM'
3 voorbeelden.

Slide 5 - Question ouverte

spelvormgeving - STEM
– volume (hard of zacht)
– accent (stads- of streekaccent)
– klankkleur (hoog en licht of zwaar en donker, nasaal,)
– intonatie (veel of weinig variatie in toonhoogte)
– het gebruik van klemtonen
– timing (langzaam of snel, pauzes)
 – veel of weinig emotie in de stem 

Slide 6 - Diapositive

Noem bij het aspect 'mise-en-scene'
2 voorbeelden

Slide 7 - Question ouverte

Spelvormgeving MISE-EN-SCENE =
Het gebruik van de ruimte door de acteurs zoals:
– de plaatsing van personages in de ruimte (onderlinge                        afstanden, hoogteverschillen)
– het bewegen van de personages ten opzichte van elkaar en          in de ruimte (de looplijnen) 
– de blikrichting/focus van de personages
– het op- en afgaan van de personages 

Slide 8 - Diapositive

IV: Theatrale vormgeving:
Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de theatervoorstelling vormgegeven?
Noem er 6

Slide 9 - Question ouverte

Theatrale vormgeving =
Locatie, decor, kostuum, grime, geluid/geluidseffecten, rekwisieten, attributen, belichting, muziek, enscenering, toneelbeeld (still).

Slide 10 - Diapositive

ENSCENERING?
De combinatie van de theatrale vormgevingsmiddelen met de positie en beweging van de spelers noemen we de enscenering. 

Slide 11 - Diapositive

TONEELBEELD?
Een 'still' uit de voorstelling noemen we het toneelbeeld.

Alles wat je ziet op een bepaald moment van het stuk hoort bij het toneelbeeld: het decor, de kostuums, de rekwisieten, de belichting, de positie van de acteurs, de grime en hairstyling etc. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

OPDRACHT 1
Stel een regisseur wil een toneelstuk neerzetten waarbij hij het publiek het gevoel wil geven dat het gaat om eenzaamheid.
Ga met het punt SPELVORMGEVING na, hoe je die middelen zou inzetten

Slide 14 - Diapositive

eenzaamheid weergeven
SPELVORMGEVING

Slide 15 - Question ouverte

OPDRACHT 2
Stel een regisseur wil een toneelstuk neerzetten waarbij het wil dat het publiek voelt dat het een warm en happy gebeuren is. Wat doet de regisseur volgens jullie met het aspect theatrale vormgeving?

Slide 16 - Diapositive

warm en happy met
THEATRALE VORMGEVING

Slide 17 - Question ouverte

Zin die ik wil zien in je antwoord:
....en dat zie je aan.

Slide 18 - Diapositive