Hf.5 2e WO proeftoets basis/Kader
1 / 17
La durée de la leçon est: 35 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog?
A
1939
B
1940
C
1945
D
1914
Slide 2 - Quiz
Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met het verloop van de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger (1) naar later (2, 3 , etc).
De geallieerden landen op de Franse Kust.
Duitsland valt Polen binnen.
Duitsland valt de Sovjet-Unie binnen.
Nederland geeft zich over.
De Slag om Stalingrad.
1
2
3
4
5
Slide 3 - Question de remorquage
Nederland was tijdens de Tweede Wereldoorlog...
A
Neutraal
B
Niet neutraal
Slide 4 - Quiz
Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland
Slide 5 - Quiz
De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945
Slide 6 - Quiz
Welke Nederlandse stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht
Slide 7 - Quiz
Welk land stond in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Duitsland?
A
Hongarije
B
Rusland
C
Japan
D
China
Slide 8 - Quiz
Welke 2 landen tijdens de Tweede Wereldoorlog behoren tot de asmogendheden?
A
Italië & Zwitserland
B
Frankrijk & België
C
Japan & Nazi-Duitsland
D
VS & Engeland
Slide 9 - Quiz
Zet de volgende landen bij de juiste bondgenootschap:
de Sovjet-Unie
Engeland
Italië
de Verenigde Staten
Duitsland
Japan
geallieerden
asmogendheden
Slide 10 - Question de remorquage
Leg uit welke gebeurtenis je ziet op de foto
A
De slag om Stalingrad
B
De slag om Midway
C
D-Day
D
Project Overlord
Slide 11 - Quiz
Veel mensen zien de afloop van de Eerste Wereldoorlog als een oorzaak van de Tweede Wereldoorlog.
Welk argument hoort bij deze mening?
Welk argument hoort bij deze mening?
A
De Sovjet-Unie sloot een niet-aanvalsverdrag met Duitsland.
B
Duitsland was ontevreden over het Verdrag van Versailles.
C
Frankrijk wilde het verloren grondgebied terug hebben.
D
Groot-Brittannië vond dat Duitsland niet hard genoeg was aangepakt.
Slide 12 - Quiz
Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
De atoombom op Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
D-Day
D
Operatie Market-Garden
Slide 13 - Quiz
Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Welke bewering is juist?
Welke bewering is juist?
A
Alleen Joden waren verplicht altijd een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de
mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat ze tegen de nazi's waren en niet op de
NSDAP stemden.
D
Na een razzia werden Joden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork.
Slide 14 - Quiz
Bekijk de bron op de volgende dia.
Waar kun je zien in de bron dat de Duitsers de Joodse bevolking in Nederland wilden uitsluiten?
A
De Duitse autoriteiten maken iets bekend
B
Joden veranderen van woning
C
De joden mogen niet verhuizen zonder de toestemming van de Duitse bezetters.
D
Het is een Joods weekblad
