Deeltaak 4 Week 4 Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Deeltaak 4 Week 4 les 1

Was machen wir heute?

• Wiederholung haben und sein und Personalpronomen
• Aufgabe 15 lesen
• kennismaken/ zelfstandig werken
• Sprachmittel hören
• Fragen!?

Vorab Fragen?

Haben und sein

en de persoonlijke voornaamwoorden

Haben: ich

1. habe
2. hast
3. habt

Sein: du

1. bist
2. bin
3. sind
4. hast

sein: ihr

1. sind
2. seit
3. seid
4. ist

haben: ihr

1. haben
2. habt
3. habe
4. hast

sein: Sie

1. seid
2. ist
3. sind
4. war

(Is).... Deutsch neu für dich?

(Ik heb ) .... ..... Deutsch in der Schule.

(Hij is) ..... 2001 geboren.

(jullie hebben) ...... ...... keine Geschwister?

Denk ook om hoofdletter begin van de zin.

(Zij hebben)......... in Hamburg in Hamburg gelebt.

Else (heeft)...... eine Großmutter, (zij) ...... ist 80 Jahre alt.

(Wij zijn) ..... ....... Freundinnen.

(Het is) ..... warm hier.

Wie alt ( zijn zij)....... ..... eigentlich?

Frau Baumann, (heeft u) ....... ...... eine Tochter?

Ik ken haben en sein en de persoonlijke voornaamwoorden al ...

heel goed

goed

redelijk

ik moet nog heel veel leren

Lesen: Seite 38, Aufgabe 15

Lies den Titel und sieh dir das Bild an. Beantworte die Frage:
Wat zijn de twee jongens van elkaar?

https:

Mache jetzt Aufgabe 15 b, c en d

Daarna ga je  zelfstandig verder met Baustein 15, 16, 17 en 18

denk ook aan het voorbereiden van je mondeling

10 minuten voor het einde van de les gaan we gezamenlijk afsluiten!

Sprachmittel Seite 50

Wir hören sie uns gemeinsam an und ihr könnt Fragen stellen. 

Hausaufgaben

Baustein 15, 16, 17 und 18 

Wörter Kapitel 2 lernen blz. 60/61

Lernliste Deutsch-Niederländisch 

ALLEEN de woorden vóór en achter de zinnen.

Oefenen rijtjes werkwoorden sein en haben + persoonlijke voornaamwoorden

werk aan je mondeling

Gibt es noch Fragen?