besuchen - Wir gehen einkaufen und ... dann die Oma
Slide 31 - Question ouverte
Herhalen grammatica
Wat: Uitschrijven feesttenten en cheerleader werkwoorden
Hoe: tweetal of drietal. Elk groepje krijgt van mij een werkwoord
Tijd: 8
Eerder klaar?: Examentrainer opdr. 11, 12,13 en 15
Na 8 minuten bespreken we de opdracht
Niet af? Is vanmiddag maken
Slide 32 - Diapositive
grammatic Seite 217/218
können = kunnen
dürfen = toestemming geven / krijgen
wissen = weten
wollen = willen
mögen = lusten/houden van
Vertaling moet je weten.
Wir dürfen nicht nach Hause gehen.
Slide 33 - Diapositive
Vergelijk de stam en de uitgangen
Bij een modaal werkwoord in het Duits:
Enkelvoud (ich, du, er/sie/es) verandert de stamklinker
können --> ich kann
dürfen --> ich darf Ich + er/sie/es krijgen geen uitgang (dus geen "e" of "t"!)
ich darf , ich kann... er darf, er kann
Slide 34 - Diapositive
Wat is er anders bij "dürfen"
zwak werkwoord: modaal werkwoord 'dürfen:
ich wohn e ich darf -
du wohn st du darf st
er/sie/es wohn t er/sie/es darf -
wir wohn en wir dürf en
ihr wohn t ihr dürf t
sie/Sie wohn en sie/Sie dürfen
Slide 35 - Diapositive
Wat is er anders bij "können"?
zwak werkwoord: modaal werkwoord 'können':
ich wohn e ich kann -
du wohn st du kann st
er/sie/es wohn t er/sie/es kann -
wir wohn en wir könn en
ihr wohn t ihr könn t
sie/Sie wohn en sie/Sie könn en
Slide 36 - Diapositive
Wat helpt je bij het leren?
Bij deze werkwoorden is de klinker in het enkelvoud zoals in het Nederlandse enkelvoud: - dürfen (= mogen, ik mag) -> ich darf - können (= kunnen, ik kan) > ich kann
Slide 37 - Diapositive
Let op de Umlaut
Ich kann, wir können
Soms meerdere opties mogelijk:
Diese Affen ..................... kein Fleisch
mögen, dürfen, können, wollen
Slide 38 - Diapositive
GOED ONTHOUDEN!
1. Bij ich en er/sie/es : hebben deze werkwoorden
geen uitgang .
2. In het enkelvoud (ich - du - er/sie/es) verandert de
klinker in de stam
3. Bij wir en sie (meervoud) en Sie (u) heb je altijd de hele
werkwoordsvorm (natuurlijk alléén in de tegenwoordige tijd).
Slide 39 - Diapositive
Herhalen kaartjes
Wat: Aan de slag met informeel schrijven
Hoe: uit je boek. Blz. 185. Aufgaben 18 t/m 21
Tijd: 15 minuten
Eerder klaar?: snelhechter schrijfvaardigheid opdr. 11, 12,13 en 15
Na 15 minuten bespreken we de opdracht
Slide 40 - Diapositive
Examentrainer
Wat:t schrijfvaardigheid schrijven van kaartjes opdr. 11 t/m 16.
HOe: Met je snelhechter en woordenboek. Je mag in tweetal werken
Tijd: einde van de les
Eerder klaar?: Dan lever je opdracht 16 al in. Op blaadje of per mail.
Maak hiervan gebruik! Geen werkhouding is vanmiddag werken.