Lenzen en pupilreflex

De lens en de pupil
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

De lens en de pupil

Slide 1 - Diapositive

Harde oogvlies
Netvlies
gele vlek
Oogzenuw
Blinde vlek
Glasachtig lichaam
Vaatvlies
Oogspier
Lens
Hoornvlies
Iris

Slide 2 - Diapositive

Waar in het oog worden van prikkels impulsen gemaakt?
A
In de lens
B
In het hoornvlies
C
In de pupil
D
In het netvlies

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Met de Gele vlek kun je vooral.....
A
Kleuren zien
B
In het donker goed zien
C
Contrasten (zwart/wit) zien
D
In het licht slecht zien

Slide 5 - Quiz

De pupil
A
is het gekleurde deel van het oog waar licht doorheen kan
B
is een gat in je oogbool (zwarte deel)waar het licht doorheen kan

Slide 6 - Quiz

Pupilreflex

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Veel licht:
-pupil klein 
-kringspieren trekken samen
Weinig licht:
-pupil groot
- lengtespieren trekken samen

Slide 10 - Diapositive

Welk deel van het oog wordt met het pupilreflex beschermd?

Slide 11 - Question ouverte

Wat doet de pupil/wat is de functie van de pupil?
A
Regelt de hoeveelheid licht die in je oog komt.
B
Regelt dat je altijd scherp kunt zien.
C
Zorgt dat je kunt focussen.
D
Zorgt ervoor dat je kleuren kunt zien.

Slide 12 - Quiz

WAT IS EEN BELANGRIJKE TAAK VAN DE LENS?
A
KLEUREN ZIEN
B
STEVIGHEID GEVEN AAN HET OOG
C
VOORWERPEN VERGROTEN

Slide 13 - Quiz

accomoderen = vervorming lens

Slide 14 - Diapositive

De lens in je oog zorgt voor
A
een kleurig beeld
B
een scherp beeld
C
het beschermen tegen stofjes
D
het afsluiten van je oog

Slide 15 - Quiz

Hoe kan je scherp zien?
  • Lens maakt het beeld scherp op je netvlies
  • Beeld is veel kleiner en op z'n kop
  • Hersenen vertalen het beeld
  • Je ziet nu ware grootte en rechtop

Slide 16 - Diapositive

Hoe kan je dichtbij en veraf scherp zien?
  • Scherp zien- door ooglens die boller en platter wordt
  • Lens kan van vorm veranderen, is elastisch
  • Bolle lens: dichtbij scherp
  • Platte lens: veraf scherp

Slide 17 - Diapositive

 accomoderen: het platter en boller worden van de lens.

Slide 18 - Diapositive

Even oefenen
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Lenzen/accommodatie.htm

Vind je het moeilijk? Pak blz 71 in je tekstboek erbij! 

Slide 19 - Diapositive

Bril nodig?
Verziend? 
Dichtbij onscherp, bolle lens +

Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -

Slide 20 - Diapositive

Ezelsbruggetje!!

Ben je Bijziend kun je alles dichtBij goed zien 
en in de verte niet! 

Ben je Verziend kun je in de Verte goed zien 
maar dichtbij niet!

Slide 21 - Diapositive

Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.
D
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.

Slide 22 - Quiz

Wat gebeurt er bij accommoderen
A
Er vormt zich een beeld op het netvlies
B
Er stroomt lucht van de trommelholte naar de keelholte
C
De bolvorm van de ooglens verandert
D
Het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.

Slide 23 - Quiz