Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordsoorten herhaling groep 6
Pak:
- je laptop
- je wisbordje + stift
Woordsoorten
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Pak:
- je laptop
- je wisbordje + stift
Woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Schrijf op je wisbordje de woordsoorten die je kent.
timer
1:00
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 3 - Quiz
Lidwoord
de / het / een
Slide 4 - Diapositive
Het grote huis is van Henk.
Wat is het lidwoord in de zin?
A
het
B
grote
C
van
D
Henk
Slide 5 - Quiz
De moeders staan op het schoolplein
Wat is het lidwoord in de zin?
A
de
B
het
C
de & het
D
op
Slide 6 - Quiz
Voor de boodschappen ga ik naar een winkel.
Wat is het lidwoord in de zin?
A
de
B
ga
C
een
D
de & een
Slide 7 - Quiz
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 8 - Quiz
Zelfstandig naamwoord
Je kunt er een lidwoord voor zetten.
mensen, dieren, dingen, planten
Slide 9 - Diapositive
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?
A
Calvin
B
huis
C
praat
D
oplader
Slide 11 - Quiz
Vandaag is de controle van de bonenplantjes.
Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
controle, vandaag
B
controle, bonenplantjes
C
de, van
D
vandaag, bonenplantjes
Slide 12 - Quiz
Wat is een werkwoord?
A
mensen, dieren, dingen, planten
B
de, het, een
C
iets wat je kunt doen
D
vertelt waar of wanneer iets is
Slide 13 - Quiz
Werkwoord
iets wat je kunt doen
lopen, fietsen, ruiken, lezen
Slide 14 - Diapositive
Hij wiebelt op zijn stoel.
Wat is het werkwoord?
A
Hij
B
wiebelt
C
op
D
stoel
Slide 15 - Quiz
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 16 - Quiz
Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.
D
Dat zegt iets over het onderwerp.
Slide 17 - Quiz
bijvoegelijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
De
rode
fiets
Het
kleine
meisje
Slide 18 - Diapositive
wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 19 - Quiz
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme
Slide 20 - Quiz
wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
gescoord
Slide 21 - Quiz
Op een zonnige dag speelde Jan met zijn bal.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
zonnige
B
dag
C
speelde
D
met
Slide 22 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
A
iets wat je kunt doen
B
de, het, een
C
mensen, dieren, dingen, planten
D
vertelt waar of wanneer iets is
Slide 23 - Quiz
voorzetsel
vertelt waar of wanneer iets is.
(kast woorden)
in, op, aan, langs, tegenover
Slide 24 - Diapositive
Hij loopt tegen de muur.
Wat is het voorzetsel?
A
loopt
B
tegen
C
de
D
muur
Slide 25 - Quiz
Wat is GEEN voorzetsel?
A
over
B
bij
C
om
D
leeft
Slide 26 - Quiz
Bij een zelfstandig naamwoord kan je
de, het of een voorzetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden?
Het meisje heeft blonde haren.
A
meisje, blonde
B
het, heeft
C
het, haren
D
meisje, haren
Slide 28 - Quiz
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
werkwoord
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
De
gekke
tante
is
in
de
tuin.
Slide 29 - Question de remorquage
Sleep de woordsoorten naar de juiste box.
werkwoord
voorzetsel
lidwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
Op
een
dag
liep
Johan
in
het
bos.
Slide 30 - Question de remorquage
Slide 31 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoorden
Juin 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Woordsoorten
Novembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
de grote woordsoortenquiz
Juin 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8
1KM Woordsoorten (lw, zn, bn, ww) L1
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
1KM Woordsoorten (lw, zn, bn, ww) L1
Janvier 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 6
woordsoorten
Novembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Woordsoorten
Mars 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordsoorten
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2