Thema 12 B6 Voeding en vertering bij zoogdieren

Thema 12 
Voeding en vertering
B6
Voeding en vertering bij zoogdieren
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 12 
Voeding en vertering
B6
Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Herhaling
  • Leerdoel B6
  • Uitleg B6 Voeding en vertering bij zoogdieren 
  • Zelf aan de slag!
  • Lesafsluiter

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de functies van mineralen?
A
Brandstof en beschermende stof
B
Bouwstof en reservestof
C
Beschermende stof en bouwstof
D
Reserverstof en brandstof

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van mechanische vertering?
A
Je neemt een hap van een appel.
B
Je kauwt op een stuk appel
C
Voedingsstoffen worden omgezet in voedingsproducten
D
Je darmen nemen de voedingsproducten op

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De belangrijkste taak van de dikke darm is?
A
Voedsel opslaan
B
Voedingsstoffen uit het voedsel halen
C
Water aan het voedsel toevoegen
D
Water uit het voedsel halen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN taak van de maag?
A
Voedingsstoffen opnemen
B
Voedsel opslaan
C
Voedingsstoffen verteren
D
Voedsel kneden

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke factor heeft GEEN invloed op je energiebehoefte?
A
Leeftijd
B
Lichaamsgrootte
C
Eetpatroon
D
Geslacht

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand heeft een voedselvergiftiging opgelopen door "steak tartare" te eten. Dit is rauw gehakt rundvlees en staat bekend als "riskant voedsel."
Waardoor ontstaat voedselvergiftiging?
A
Door de giftige stoffen die organismen in je eten uitscheiden.
B
Doordat er bacteriën in je eten zitten.
C
Doordat er parasieten in je eten zitten.
D
Doordat er schimmels in je eten zitten.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel B6

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten en/of dieren
Planteneters = herbivoren 
  • Eten planten (herbi = plant)
Vleeseters = carnivoren 
  • Eten vlees (carni = vlees) 
Alleseters = omnivoren 
  • Eten planten en vlees (omni = alles)

Plantaardig voedsel is moeilijk verteerbaar doordat plantencellen een celwand hebben die bestaat uit de stof cellulose

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herbivoor
omnivoor
carnivoor
Lang
Middel
Kort

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebit: kiezen

Slide 15 - Diapositive

waarom heeft een planteneter plooikiezen?
waarom heeft een vleeseter knipkiezen
voor welk soort vertering wordt het gebit gebruikt?
planteneters: plooikiezen met richels om planten fijn te malen
vleeseters: knipkiezen: scherp, voedsel in stukken knippen om in te slikken
alleseters: knobbelkiezen: voedsel malen
Lengte van het darmkanaal

Slide 16 - Diapositive

langer darmkanaal nodig om planten te verteren

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paar voorbeelden...

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalingsvideo




Als je alles al begrijpt ga je door...

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 8 (+9)
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B6

Klaar? 
  • Lees de Samenhang op bladzijde 137 en maak opdracht 10 als je eerder klaar bent...


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesafsluiter
Laatste 5 minuten van de les...

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het darmkanaal is van een koe ongeveer 40 meter lang (dat is ongeveer 25 keer de lichaamslengte)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij elkaar? 
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor
Alleseter
Planteneter
Vleeseter

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voedsel is beter verteerbaar? Plantaardig voedsel of dierlijk voedsel?
A
Plantaardig voedsel
B
Dierlijk voedsel

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang is het darmkanaal in verhouding tot de lichaamslengte?
Kort
Middellang
Lang
Carnivoor
Herbivoor
Omnivoor

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul het juiste woord in op de juiste plaats.
Een alleseter heeft ____________ kiezen en ___________ hoektanden
Een planteneter heeft ____________ kiezen en meestal ____________ hoektanden
Een vleeseter heeft ___________ kiezen en meestal ____________ hoektanden
Knip
Knobbel
Plooi
Geen
Grote
Grote of kleine

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groep heeft de langste darmen?
A
Herbivoor
B
Omnivoor
C
Carnivoor

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herbivoren hebben
A
knobbelkiezen
B
plooikiezen
C
knipkiezen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering is juist?
A
carnivoren zijn vleeseters en omnivoren zijn planteneters
B
omnivoren zijn planteneters en herbivoren zijn alleseters
C
herbivoren zijn planteneters en carnivoren zijn alleseters
D
carnivoren zijn vleeseters en omnivoren zijn alleseters

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De darmlengte v/d darmkanaal is aangepast aan het type voedsel dat het dier eet. Kies 1 juiste feit hierbij
A
Vleeseters hebben lang darmkanaal; vlees= makkelijk verteerbaar
B
Planeteneters hebben lang darmkanaal; planten= moeilijk vertreerbaar
C
Alleseters hebben lang darmkanaal; alles= moeilijk vertreerbaar
D
Het maakt niet uit of ze lange of korte darmkanaal hebben

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor kiezen had de mammoet? (zie afb. 82)
A
Knipkiezen
B
Knobbelkiezen
C
Plooikiezen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welk type eter zijn deze kiezen?
A
herbivoren
B
carnivoren
C
omnivoren

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de volgorde van kiezen die je hier ziet?
A
Knipkiezen, plooikiezen, knobbelkiezen
B
Plooikiezen, knobbelkiezen, knipkiezen
C
Knobbelkiezen, plooikiezen, knipkiezen
D
Knipkiezen, knobbelkiezen, plooikiezen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions