7.1 Wat doet de Overheid?

7.1 Wat doet de overheid?
Leerdoelen:
  1. Je leert welke overheden er zijn.
  2. Je leert wat de overheid doet voor de economie.
  3. Je leert hoe de overheid ons gedrag beinvloed.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.1 Wat doet de overheid?
Leerdoelen:
  1. Je leert welke overheden er zijn.
  2. Je leert wat de overheid doet voor de economie.
  3. Je leert hoe de overheid ons gedrag beinvloed.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Geef zelf nog drie voorbeelden van wat de gemeente doet voor jou.

Slide 3 - Question ouverte

Wat doet de Overheid?

Slide 4 - Diapositive

Wat doet de overheid?
De gemeente, provincie en waterschappen noem je de lagere overheden.

Slide 5 - Diapositive

Bij welke lagere overheid horen de volgende activiteiten?

a groenvoorzieningen in een woonwijk
b het versterken van dijken langs de Maas
c toestemming geven voor de aanleg van een kantorenpark
d het vernieuwen van het fietspad tussen Nuenen en Eindhoven
e vergunning afgeven voor horeca sluitingswet.
f. bepalen of je in aanmerking komt voor jeugdzorg.
g toezien op je leerplicht

Slide 6 - Question ouverte

Wat doet de overheid?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Wat doet de overheid ?
Veel maatregelen van de overheid hebben te maken met de economie.
Denk aan investeren in de infrastructuur waardoor bedrijven hun producten kunnen aan- en afvoeren en goed kunnen communiceren (internet)

Ook kan de overheid subsidie geven om bepaalde activiteiten te stimuleren.

Een subsidie is een financiele bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen. 

Slide 9 - Diapositive

Wat doet de overheid?
Zo krijgen bedrijven soms subsidie als ze hun productiemethode vernieuwen of nieuwe producten ontwikkelen. (bv een electrische auto)
Zo'n vernieuwing noemen we een innovatie

Omgekeerd kan de overheid ongewenste activiteiten van bedrijven afremmen door middel van heffingen.

Een heffing is een bedrag dat je aan de overheid moet betalen
Als bedrijven bijvoorbeeld veel milieuvervuiling veroorzaken, moeten ze extra milieuheffingen betalen

Slide 10 - Diapositive

vraag: Leg uit hoe de samenleving er voordeel van heeft als:

a. bedrijven hun producten goed kunnen aan- en afvoeren
b. vervuilende bedrijven milieuheffingen moeten betalen

Slide 11 - Question ouverte

vraag: Een Nederlands bedrijf ontwikkelde een verlichtingssysteem waarbij een sensor de hoeveelheid verlichting afstemt op het binnenkomende daglicht.
a. Waarom is hier sprake van een Innovatie
Voor het ontwikkelen van dit systeem zou de overheid een subsidie kunnen geven, want het levert zowel economische als maatschappelijke voordelen op.
b. Welk economisch voordeel levert dit systeem op?
c. Welk voordeel heeft deze innovatie voor de samenleving?

Slide 12 - Question ouverte

Wat doet de overheid?
Ook op het gedrag van consumenten heeft de overheid invloed.
Zo kan de overheid extra belasting op producten heffen, zodat die duurder worden en de mensen ze minder kopen. (energiebelasting op gas en stroom)

Met de heffing van accijns  wil de overheid het verbruik van tabak, alcohol en brandstoffen  verminderen.
consument
Consument is iemand die goederen of diensten koopt om in zijn behoeften te voorzien.
accijns
accijns is een extra verbruiksbelasting op alcohol, tabak en brandstof om gebruik af te remmen.

Slide 13 - Diapositive

Bekijk het circeldiagram hiernaast.
a. Ruben betaalt per maand €132,- aan energie.
Bereken hoeveel hij zou betalen als de overheid geen
belastingen en andere heffingen op energie zou
vragen
b. Wat wil de overheid bereiken door belasting op
energie te heffen?

Slide 14 - Question ouverte

Wat doet de overheid?
De overheid kan ongewenst gedrag ook gewoon verbieden.
Een voorbeeld hiervan is Kartelvorming.
Hieronder verstaan wij dat het maken van prijsafspraken met andere bedrijven. Hierdoor vervalt de concurrentie. De consumenten kunnen hier nadeel van hebben.
De Autoriteit Consument en Markt houdt daar toezicht op. (ACM)

Slide 15 - Diapositive

In een stad zijn drie bioscopen. Ze spreken samen af dat de prijs van een kaartje minstens €12,- moet zijn.
a. Leg uit dat hier sprake is van een kartel
b. Wie hebben nadeel van de gemaakte afspraken en waarom?
c Welke instantie kan de bioscopen een boete opleggen?

Slide 16 - Question ouverte

Positief gedrag stimuleer je met:
A
Extra belastingen en heffingen
B
subsidies
C
verbieden
D
voorlichting

Slide 17 - Quiz

Ongewenst gedrag kan de overheid afremmen met:
A
subsidie
B
extra belasting en heffingen

Slide 18 - Quiz

Voor welke van de volgende zaken zijn de gemeenten verantwoordelijk?
A
de weg tussen de twee steden
B
het verstrekken van rijbewijzen
C
waterbeheer
D
het aanwijzen van een bedrijventerrein

Slide 19 - Quiz

De provincie is een voorbeeld van een lager overheid

A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

De provincies zijn verantwoordelijk voor alle Nederlands infrastructuur
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

De waterschappen maken deel uit van de Waterschappen
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Het waterschap is verantwoordelijk voor het zuiveren van het afvalwater
A
juist
B
onuist

Slide 23 - Quiz

Wat doet de overheid?
De begrippen van deze paragraaf vind je op
 bladzijde 210 van je boek.

Als oefening kun je de rekenvragen maken op
bladzijde 216 van je boek.

Slide 24 - Diapositive