Herhalingoefeningen werkwoordspelling (3hb)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1-6

Werkwoordspelling

Laatste keer oefenen...

Werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

Werkwoordspelling

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

Werkwoordspelling

1. Hij heeft de boel belazerd.
2. Hij heeft de boel belazert.

Werkwoordspelling

1. hij bediend
2. hij bedient

Werkwoordspelling

1. Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
2. Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Werkwoordspelling

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd?

1. bereide
2. bereiden
3. bereidde

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd?

1. vergiste
2. vergisten
3. vergistte
4. vergistten

Noteer de pv (persoonsvorm) in de verleden tijd.

Alle fans (wachten) in de hal van het vliegveld.

1. wachten
2. wachtten

Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'deleten'?

1. ik deletete
2. ik delet
3. ik delete
4. ik deletetete

Werkwoordspelling

1. De oude man bestuurt de auto
2. De oude man bestuurd de auto

De laatste letter van de stam zit wel in 't kofschip-x, dus +te(n)

De laatste letter van de stam zit niet in 't kofschip-x, dus +de(n)

werken 

vergissen

verbazen 

knippen

branden 

beloven

Werkwoordspelling

1. George en Bas brandde het hele pand af.
2. George en Bas brandden het hele pand af.

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. Gelopen
2. Verzorgd
3. Gewerkt
4. Worden

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt van:
missen

1. gemiste
2. gemisde

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt van:
aanbranden

1. aanbrande
2. aanbrandde
3. aangebrande
4. aangebrandde

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt van:
verliezen

1. verliesde
2. verliezde
3. verloren
4. verloorde

Wat is het voltooid deelwoord, bijvoeglijk gebruikt?


'De (verven) deur'

1. geverfte
2. geverfde

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord heeft als spellingregel:
zo lang mogelijk.

1. juist
2. onjuist

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verwoesten) De ................. huizen

1. vewoestten
2. verwoeste
3. verwoesde
4. verwoesdden

bijvoeglijke naamwoorden (gemaakt van voltooid deelwoorden)
Wat is goed gespeld?

1. De verwachte temperatuur werd niet gehaald.
2. De verwachtte temperatuur werd niet gehaald.
3. De verwachten temperatuur werd niet gehaald.
4. De verwachtten temperatuur werd niet gehaald.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(maaien) Het ............... gras

1. vermaaide
2. gemaaide
3. gemaaidde
4. gemaaiden

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verslijten) De ... broek

1. verslijte
2. versleten
3. verslijten
4. verslete

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. geslapen
2. geweest
3. blijven
4. gegeten

Succes met leren!