3.8 grammatica woordsoorten

3.8 grammatica woordsoorten

• Je leert  het bijwoord te benoemen;
• Je leert het verschil tussen een bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.

Wat weet je nog van een bijwoord?

Bijwoord

Bijwoord

Kan iets zeggen over: 

- een bn:  Hij is een zeer goede docent. 

- een ww: Hij is kookt lekker. 

- een ander bw: Zij danst heel goed. 

BW. Let op:

Vragende voornaamwoorden: wie, wat, welke, wat voor (een)

Alle andere vraagwoorden benoem je als bijwoord: waarom, wanneer, waarheen, hoe, waarmee. 

Benoem het bijwoord/bijwoorden

"Ik loop ontzettend snel."

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Wat is het bijwoord?

1. Ik
2. altijd
3. heb
4. pech

Straks, hier en overal zijn bijwoorden. Wat zijn ook bijwoorden?

1. Woorden als nog, immers en niet
2. Woorden als waardoor, waarmee en hoe
3. Woorden als mooie, gele en houten
4. Woorden als wie, wat en welke

Wat weet je nog van een bijvoeglijk naamwoord?

BW of BN

Bij sommige woorden hangt het van de zin af of het een bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord is. 

Bijvoorbeeld:

- Het zijn slordige types.
- Hij schrijft ongelofelijk slordig. 

BN OF BW

BN	BW
hoort bij ZN	hoort niet bij ZN
kan van vorm veranderen als LW en ZN daarom vraagt: het goede boek een goed boek	verandert nooit van vorm

Dit proefwerk is niet erg makkelijk.
niet =

1. bn
2. bw
3. av
4. zn

Dit proefwerk is niet erg makkelijk.
makkelijk =

1. bn
2. bw
3. av
4. zn

Dit proces is ongelofelijk lastig.
ongelofelijk =

1. bn
2. bw
3. av
4. zn

Benoem het bijwoord/de bijwoorden in de onderstaande zin.

Opdracht 1

blz. 237 

Maken

Paragraaf 3.8:

Opdracht 1A, 6, 8, 11
(blz. 237 e.v.)