Hoofdstuk 10 Inhoud 10.3 + 10.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom

Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.

Je laptop blijft in de tas.

Doelen

Aan het einde van deze les kan/weet jij...

... de inhoud berekenen als de afmetingen gegeven zijn in verschillende lengte-eenheden.

... wat een liter en een milliliter is.

... de inhoud berekenen in liters en milliliters.

Terugblik

Bereken de inhoud van de balk in dm³.

1 dm

2 dm

5 dm

10.3 Inhoud berekenen bij verschillende lengtematen

• Je leert de inhoud berekenen als de afmetingen gegeven zijn in verschillende lengte-eenheden.

Bereken de inhoud in cm³

3 cm

2 cm

0,6 dm

Bereken de inhoud in m³

20 dm

300 cm

4 m

Waar moet je opletten bij het maken van de opgaven?

• Kijk goed in welke eenheid je de inhoud moet berekenen.      Dit zal cm³, dm³ of m³ zijn.
• Maak een schets als je geen afbeelding erbij hebt.
• Schrijf je berekeningen op met de juiste eenheid erachter.

Zelfstandig werken

Tijd? – Tot 11.55.

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna maken blz. 179 - 181.

Maken? – 10.3 opgave 20, 21, 23, 24, 25, 26

10.4 Werken met litermaten

• Je leert wat een liter en een milliliter is.
• Je leert de inhoud berekenen in liters en milliliters.

Bereken de inhoud in liters.

20 dm

300 cm

1,5 m

Bereken de inhoud in milliliters.

0,3 dm

0,02 m

10 cm

Zelfstandig werken

Tijd? – Tot 12.30.

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna maken blz. 179 - 181.

Maken? – 10.3 opgave 20, 21, 23, 24, 25, 26

                     10.4 opgave 28, 29, 31, 32, 33, 34

Afsluiting

Waar moet je opletten bij berekenen van de inhoud van een figuur?