H3 NK Kapitel 1 F
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Vertaal naar het Duits:
Het gaat vast regenen.
Het gaat vast regenen.
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits:
Hoe is de omgeving daar?
Hoe is de omgeving daar?
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal naar het Duits:
Volgende week gaat het sneeuwen.
Volgende week gaat het sneeuwen.
Slide 8 - Question ouverte
Geef een antwoord (in het Duits):
Wie wird das Wetter?
Wie wird das Wetter?
Slide 9 - Question ouverte
Geef een antwoord (in het Duits):
Wie ist es bei euch?
Wie ist es bei euch?
Slide 10 - Question ouverte
Beschrijf de afbeelding. Gebruik de 'Sprachmittel'.
Slide 11 - Question ouverte
Beschrijf de afbeelding. Gebruik de 'Sprachmittel'.
