K11 Regeling en zintuigen: zenuwstelsel en prikkels

Regeling en zintuigen
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

Regeling en zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Hoe werk je met deze lessonup?
Deze lessonup is bedoeld als training en extra uitleg voor de repetitie en je examen.
  • Er staan uitleg pagina's in: lees door wat jíj nodig hebt.
  • Er staan video's in: handig om te kijken: je krijgt de stof op een andere manier binnen; zo onthoud je het beter
  • Er staan oefenopgaven in: weet jij wat je moet weten?
  • Je hoeft de lessonup niet in 1 keer helemaal te maken

Slide 2 - Diapositive

Prikkels en impulsen

Slide 3 - Diapositive

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 4 - Diapositive

Prikkels
Inwendige prikkels
  • pijn
  • dorst
  • honger
  • pijn 
  • hormonen

Uitwendige prikkels
  • Licht
  • smaakstoffen
  • Geluid
  • Geurstoffen
  • Druk
  • Hogere temperatuur
  • Lagere temperatuur

Slide 5 - Diapositive

Adequate prikkels
  • Juiste prikkel bij het juiste zintuig

Slide 6 - Diapositive

Adequate prikkels 

Slide 7 - Diapositive

Adequate prikkel
Een adequate prikkel is een prikkel bij het juiste orgaan

Dus bijvoorbeeld 
  • Licht bij het oog
  • Geluid bij het oor

Slide 8 - Diapositive

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels 
om in impulsen. 

Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw

impulsen gaan door het zenuwstelsel


Slide 9 - Diapositive

Onthouden
Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op.
En zetten de prikkel om in een impuls.
Een impuls is een electrisch stroompje dat door zenuwen gaat:
van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

Slide 10 - Diapositive

Drempelwaarde

Als een prikkel te klein is, dan kan het zituig het niet waarnemen.

De prikkel is beneden de DREMPELWAARDE.


De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders: een hond kan beter horen dan een mens.

Slide 11 - Diapositive

reageren of niet?

  • Je reageert niet op:
  • -te zwakke prikkels
  • -prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
  • -onbelangrijke prikkels (motivatie)

Slide 12 - Diapositive

Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 13 - Diapositive

Hoe zitten je hersenen in elkaar?

Hersenen bestaan uit drie delen:


- grote hersenen

- kleine hersenen

- hersenstam

Slide 14 - Diapositive

Bouw, ligging en functie van delen van het centraal zenuwstelsel. 

- grote hersenen: bewustzijn, zintuiglijke waarneming en bewuste beweging
- kleine hersenen: coördinatie van bewegingen
- hersenstam: verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg en een rol bij reflexen in hoofd- en halsgebied
- ruggenmerg: verbinding van organen met hersenen en een rol bij reflexen van romp en ledematen

Slide 15 - Diapositive

type zenuwcellen

Er zijn 3 typen zenuwcellen:

  • gevoelszenuwcellen
  • bewegingszenuwcellen
  • schakelcellen

Slide 16 - Diapositive

Bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers ligging en functies van typen zenuwcellen
Gevoelszenuw
(let op: cellichaam 
buiten het ruggemerg)


Bewegingszenuw 
(let op: cellichaam 
in het ruggemerg)

Slide 17 - Diapositive

  1. Bouw van een zenuwcel met cellichaam en uitlopers
ligging en functies van typen zenuwcellen


Schakelcel
(ligt in het ruggenmerg/
centraal zenuwstelsel)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Gevoelszenuw, bewegingszenuw, gemengde zenuw
Gevoelszenuw;        => bevat alleen gevoelszenuwcellen 

Bewegingszenuw; => bevat alleen bewegingszenuwcellen 

Gemengdezenuw; => bevat gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Bewuste reactie 
zintuig - gevoelszenuwcellen - ruggenmerg/hersenstam - hersenen    REACTIE  
ruggenmerg/hersenstam - bewegingszenuwcellen - spieren/klieren

Slide 24 - Diapositive

 Reflex is een vaste, onbewuste reactie op een zeer stereke prikkel
Functies van een reflex: onbewust regelen van motoriek, snel reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam
  • Bij een reflex reageert het ruggenmerg en niet de hersenen
  • Alleen bij een zeer sterke prikkel

Terugtrekreflex; 
Strekreflex; Kniepeesreflex; 
Pupilreflex; 

Slide 25 - Diapositive

Reflex
zintuig - gevoelszenuwcellen - ruggenmerg/hersenstam 
  REACTIE  
ruggenmerg/hersenstam - bewegingszenuwcellen - spieren/klieren

Slide 26 - Diapositive

Reflex
Bewuste reactie

Slide 27 - Diapositive

reflexen/reflexboog

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 30 - Quiz

Welke drie typen zenuwcellen zijn er?

Slide 31 - Question ouverte

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 32 - Question de remorquage

Je bent aan het schrijven en ziet dat je ben lekt. Je pakt een nieuwe pen uit je etui. Zet de onderdelen van het zenuwstelsel die bij deze handeling betrokken zijn in de juiste volgorde:
Schakelcel 1 - Grote hersenen - gevoelszenuw - bewegingszenuw - schakelcel 2

Slide 33 - Question ouverte

Welk nummer geeft de schors aan van het ruggenmerg?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 34 - Quiz


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 35 - Quiz

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 36 - Quiz

waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 37 - Quiz

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 38 - Quiz

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 39 - Question de remorquage

Zintuigen
Prikkels
ogen
oren
neus
tong
huid
muziek luisteren
vieze sokken ruiken
vuurwerk kijken
zachte kussen voelen

Slide 40 - Question de remorquage

Welk deel van de hersenen zorgt voor het coördineren van bewegingen?
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 41 - Quiz

Waar geleiden gevoelszenuwcellen de impulsen naar toe?
A
Zintuigen
B
Klein hersenen
C
Grote hersenen
D
Spieren

Slide 42 - Quiz

Waar wordt de ademhaling geregeld?
A
kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
ruggenmerg

Slide 43 - Quiz

                           is de                           prikkel voor het oog en geluid is de                           prikkel voor het                   .  Een prikkel wordt pas waargenomen als de                            hoog genoeg is. Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         
adequate
 oor 
adequate
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 44 - Question de remorquage

Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 45 - Question de remorquage

5 zintuigen

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Er zijn meer lessen over dit hoofdstuk. 
Je kunt kiezen uit:
  • Het oog
  • Het oor
  • De huid
  • Het hormoonstelsel
Het is handig deze te maken voor de toets.

Slide 48 - Diapositive