2.1 Botten

2.1 Het skelet
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

2.1 Het skelet

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat het hoofdstuk over?
- botten
- botten bewegen
-spieren
-blessures

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je noemt de belangrijkste namen van de botten in het lichaam van de mens.
  • Je noemt de functies van het skelet.



Slide 3 - Diapositive

Hoeveel botten heeft een mens?
A
46
B
128
C
206
D
298

Slide 4 - Quiz

Kennen jullie een ander woord voor botten?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het kleinste bot van je lichaam?
A
Vingerkootje
B
Staartbeen
C
Stijgbeugel
D
Neusbotje

Slide 6 - Quiz

Wat is het zwaarste bot van je lichaam?
A
Schedel
B
Dijbeen
C
Opperarmbeen
D
Ruggengraat

Slide 7 - Quiz

Botten
Een ander woord voor Bot is Been

Botten : Beenderen 

Slide 8 - Diapositive

Romp 
Je lichaam bestaat uit je Romp en je ledematen

Armen en benen zijn Ledmaten

Slide 9 - Diapositive

verschillende Botten


Benen = botten
Beenderstelsel = skelet

Slide 10 - Diapositive

Groepen botten
In je skelet zijn er een aantal botten samen.

Borstkas: Ribben, Borstbeen en Wervelkolom

Bekken: Heupbeenderen 

Slide 11 - Diapositive

Taken van het skelet
  • Stevigheid
  • Bescherming 
  • Vorm 
  • Beweging

Slide 12 - Diapositive

bescherming
Vorm

Slide 13 - Diapositive

stevigheid
beweging mogelijk maken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan het werk 
maak opdracht 1 t/m 9 van par. 2.1

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 17 - Quiz

Schedel
Schouderblad
Ruggengraat
Heupbeen
Ribben
Knieschijf
Dijbeen
Scheenbeen

Slide 18 - Question de remorquage

Les 2
  • Je leert waar botten uit zijn opbouwt 
  • Je kan uitleggen wat been en kraakbeen is en waar dit voor nodig is.

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 20 - Quiz

Schedel
Schouderblad
Ruggengraat
Heupbeen
Ribben
Knieschijf
Dijbeen
Scheenbeen

Slide 21 - Question de remorquage

Been en kraakbeen

Slide 22 - Diapositive

Waaruit bestaat je bot
Kalk en Lijmstof

Slide 23 - Diapositive

Botten
Kraakbeen: Veel lijmstof, weinig kalk

Been: Veel kalk weinig lijmstof 

Slide 24 - Diapositive

Aan het werk 
Maak opdracht 10 t/m 18 van par 2.1

Slide 25 - Diapositive

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 26 - Quiz

Wat is een ander woord voor wervelkolom?
A
Rug
B
Borstkas
C
Ruggengraat

Slide 27 - Quiz


Hoe noemen we nummers 1 en 2?
1
2
A
1 = schouderblad 2 = ribben
B
1 = sleutelbeen 2 = schouderblad
C
1 = schouderblad 2 = sleutelbeen
D
1 = ribben 2 = sleutelbeen

Slide 28 - Quiz