les 10-11-12 Reliëf in België

Les 10-11-12 - Reliëfvormen in België
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 10-11-12 - Reliëfvormen in België

Slide 1 - Diapositive

Les 10 - =reliëfvormen van België

Slide 2 - Diapositive

Laten we eerst al eens kennismaken met een aantal reliëfvormen
  1. de horizon
  2. de vlakte
  3. plateau - hoogvlakte
  4. heuvel - duinen
  5. berg - gebergte 

Slide 3 - Diapositive

de horizon
= lijn in de verte tussen lucht en aarde

Slide 4 - Diapositive

de vlakte
 = uitgestrekt gebied zonder noemens-waardige hellingen en zonder of met hooguit een  lage begroeiing
Horizon :  _______________

Slide 5 - Diapositive

een plateau of hoogvlakte

=  hoog gelegen vlak landschap; hoogvlakte. een plateau kann tot 100 m boven het zeeniveau liggen.
Horizon :  _______________

Slide 6 - Diapositive

een heuvel
=een landvorm met zachte hellingen Een top die max 200 m hoog is, is een heuvel.
heuvelland
hHorizon: 

Slide 7 - Diapositive

berg = Een berg is in het algemeen hoger en steiler dan een heuvel, De top steekt meer dan 200 m boven de omgeving uit. 
gebergte = een verzameling van bergen die met elkaar een groter geheel vormen
Deze reliëfvorm bestaat niet in België

Slide 8 - Diapositive

STOP!
einde les 10

We gaan nu samen het  werkschrift invullen.

Slide 9 - Diapositive

Les 11 - =reliëfvormen op kaart

Slide 10 - Diapositive

De maquetten en de plattegrond van een berg
  1. groene pion staat aan de voet van de berg.
  2. gele pion staat op de helling van de berg.
  3. rode pion staat bijna op de top  van de berg.
  4.      hoe korter ze bij elkaar staan, hoe steiler de helling. Dat zie je ook rechts op de plattegrond: de hoogtelijnen rechts staan korter bij elkaar dan aan de linkerkant.
0m = hoogte zeewater bij laag water

Slide 11 - Diapositive

Op landkaarten van België geldt volgende indeling:

  1. 0m - 50m =  groen= laag-België (West-/Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg)
  2. 50m- 200m = geel = Midden-België 
  3. > 200m = oranje/bruin = Wallonië, Zuid-België
0m = hoogte zeewater bij laag water

Slide 12 - Diapositive

STOP!
einde les 11

We gaan nu samen het  werkschrift invullen.

Slide 13 - Diapositive

Les 12 - Met de mountainbike door ons land

Slide 14 - Diapositive

Neem je atlas. 
  1. zoek 'Niel' op in je atlas.
  2. neem de kaart p 20-21 en situeer terug waar Niel ligt.
  3. In welke kleur ligt Niel?
  4. Welke reliëfvorm is dit?
  5. Niel ligt op een hoogte tussen .......m en ........m.
  6. Niel ligt dan ook in Laag-België.
  7. Wat is het hoogste punt in België? 

Slide 15 - Diapositive

Besluit:
  • er zijn 3 reliëvormen in België: vlakte, heuvel en plateau.
  • het hoogste punt is de Botrange (694m hoog).
  • het laagste punt is aan de zee (0m).
  • In het noorden zien we de vlakte -> Laag-België.
  • In het midden en zuiden zien we plateaus en heuvels -> Midden- en Hoog België. De Ardennen liggen in Hoog-België.
  • Niel ligt in Laag-België.
  • Als we van noord naar zuid fietsen moeten we dus klimmen.
  • Plateau is de reliëfvorm die het meeste voorkomt in België.

Slide 16 - Diapositive