7.2 herhalingsles
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat betekent consumeren?
A
Kopen en zelf verbruiken
B
Verkopen en een ander verbruikt
Slide 2 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Produceren is
A
verkopen aan consumenten
B
het maken van goederen
C
het leveren van diensten
D
het maken van goederen en het leveren van diensten
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is Globalisering
Slide 4 - Carte mentale
Woordweb bij globalisering:
Vragen vanuit de verschillende dimensies. (schrijven op het bord?)
- politiek
- sociaal-cultureel
- economisch
- fysisch (natuurlijk)
- demografisch
Sleep de foto's die volgens jou met globalisering te maken hebben daar naar toe.
Heeft wel met globalisering te maken
Heeft niet met globalisering te maken
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Horen de onderstaande voorbeelden bij vraag of aanbod?
Vraag
Aanbod
Je koopt op het internet schoenen
Een huis wordt te koop gezet
Je gaat naar de winkel voor brood
Slide 6 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk nadeel heeft het als producten in dezelfde regio gemaakt worden?
Slide 7 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke zijn grondstoffen en welke halffabrikaten? Sleep ze naar de juiste kant.
Grondstof
Halffabrikaat
Ijzererts
Ijzer
Boom
Hout
Zand
Glas
Slide 8 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat hoort bij elkaar? Waar koop je deze producten?
In de winkel
Bij een fabriek
Bij een landbouwbedrijf, mijnbouwbedrijf of vissersbedrijf
Grondstof
Halffabrikaat
Eindproduct
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
voorbeelden van delfstoffen zijn:
A
goud, zilver
B
zand, grind en kalksteen
C
steenkool en uranium
D
'ertsen' zoals koper en ijzer
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noem je het maken van een product ook wel?
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoe noemen we grondstoffen die onder de grond te vinden zijn?
A
Eindproducten
B
Halffabrikaten
C
Delfstoffen
D
Ertsen
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Noem voorbeelden van delfstoffen
Slide 13 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Delfstoffen zijn soms zeldzaam, daarom zijn deze vaak weinig waard.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Zijn delfstoffen onbeperkt beschikbaar?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een multinational?
Slide 16 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke multinationals ken jij allemaal? Schrijf er zoveel mogelijk op.
Slide 17 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke redenen kunnen multinationals hebben om hun productie in armere landen te laten plaatsvinden?
Slide 18 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
