Argumentatie V3

Argumenteren (1)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Argumenteren (1)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan onderscheid maken tussen een standpunt en een   
      argument
  • Ik kan feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema

Slide 2 - Diapositive

Maak opdracht 1 op blz. 50
Deze opdracht gaat over het herkennen van standpunt en argument

Slide 3 - Diapositive

Opbouw argumentatie
Structuur:

Standpunt
Argument
want / omdat
dus / daarom

Slide 4 - Diapositive

Soorten argumenten
Feitelijke argumenten
Dit zijn uitspraken waarvan de schrijver denkt dat ze waar zijn. Let op: een feitelijk argument (eigenlijk een soort leugen) hoeft niet waar te zijn. Ze zijn wel controleerbaar.

Naar mijn mening is Trump de populairste president ooit (standpunt), want bij zijn inhuldiging was de grootste menigte ooit aanwezig (feitelijk argument - maar wel onwaar).

Slide 5 - Diapositive

waarderende (niet-feitelijke) argumenten
Dit zijn uitspraken waarover je van mening kunt verschillen, voorbeelden van dergelijke argumenten zijn: 
  • normen en waarden
  • vermoedens
  • geloof of overtuiging
Je kunt deze uitspraken dus niet controleren.

Slide 6 - Diapositive

Feitelijk of waarderend?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want er is veel criminaliteit.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 7 - Quiz

Feitelijk of waarderend?
Ik denk dat ik de toets heb gehaald, want ik heb mijn best gedaan.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 8 - Quiz

Feitelijk of waarderend:
Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 9 - Quiz

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument

Slide 10 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Een schrijver kan een argument ook onderbouwen met een ondersteunend argument. Dit heet onderschikkende argumentatie: 

Slide 11 - Diapositive

Nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Diapositive

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt en er zijn gegevens weggeraakt.

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur? Enkelvoudig,  nevenschikkend, nevenschikkend + onderschikkend? 

Slide 13 - Diapositive


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 15 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 16 - Quiz

Maak nu de opdrachten voor de volgende les:
Opdrachten 2, 3, 4 en 5 op blz. 50-54

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk 
Maak alle opgaven af
Zorg dat je aan de slag gaat met je mondelinge betoog. Zoek informatie op over je stelling.
Meenemen: volgende les 3 argumenten en 1 weerlegging!

Slide 18 - Diapositive