Woordenschat les 2 en 3

Woordenschat les 2
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woordenschat les 2

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat les 2

Slide 2 - Diapositive

Deze lessen:
Donderdag 1
- Nieuwe woorden oefenen met een leestekst
- Planning vorige les afmaken
Donderdag 2
- Nieuwe woorden oefenen online
- Woordenquiz
Vrijdag
- Recensie schrijven (boek mee!)

Slide 3 - Diapositive

Huiswerkcheck
Planning van de vorige les gemaakt?

Slide 4 - Diapositive

Oefenen
Goed of fout?
1) De vermaarde influencer heeft na het schandaal haar YouTube-account opgedoekt.
2) De ornitholoog heeft mijn tanden gebleekt met een speciaal middel uit China.
3) Wat absurd dat iedereen erover valt dat prinses Kate een gezinsfoto een klein beetje heeft bewerkt.
4) Dat ziet er niet uit, hij slaat echt een persiflage.


Slide 5 - Diapositive

Goed of fout?
1) De vermaarde influencer heeft na het schandaal haar YouTube-account opgedoekt.
2) De ornitholoog heeft mijn tanden gebleekt met een speciaal middel uit China.
3) Wat absurd dat iedereen erover valt dat prinses Kate een gezinsfoto een klein beetje heeft bewerkt.
4) Dat ziet er niet uit, hij slaat echt een persiflage.


Goed (beroemd)

Slide 6 - Diapositive

Goed of fout?
1) De vermaarde influencer heeft na het schandaal haar YouTube-account opgedoekt.
2) De ornitholoog heeft mijn tanden gebleekt met een speciaal middel uit China.
3) Wat absurd dat iedereen erover valt dat prinses Kate een gezinsfoto een klein beetje heeft bewerkt.
4) Dat ziet er niet uit, hij slaat echt een persiflage.


Goed (beroemd)
Fout (vogeldeskundige)

Slide 7 - Diapositive

Goed of fout?
1) De vermaarde influencer heeft na het schandaal haar YouTube-account opgedoekt.
2) De ornitholoog heeft mijn tanden gebleekt met een speciaal middel uit China.
3) Wat absurd dat iedereen erover valt dat prinses Kate een gezinsfoto een klein beetje heeft bewerkt.
4) Dat ziet er niet uit, hij slaat echt een persiflage.


Goed (beroemd)
Goed (knotsgek; heel vreemd)
Fout (vogeldeskundige)

Slide 8 - Diapositive

Goed of fout?
1) De vermaarde influencer heeft na het schandaal haar YouTube-account opgedoekt.
2) De ornitholoog heeft mijn tanden gebleekt met een speciaal middel uit China.
3) Wat absurd dat iedereen erover valt dat prinses Kate een gezinsfoto een klein beetje heeft bewerkt.
4) Dat ziet er niet uit, hij slaat echt een persiflage.

Goed (beroemd)
Goed (knotsgek; heel vreemd)
Fout (vogeldeskundige)
Fout (grappige imitatie)

Slide 9 - Diapositive

Zelf oefenen
Lees de tekst 'Bekvechten vanuit de onderbuik'

Opdracht:
schrijf aan de rechterkant van de woorden 1 t/m 30 wat volgens jou de betekenis is. Synoniem of beschrijving. We kijken hem straks na.
Tip: gebruik de woordraadstrategieën!

Je mag het alleen of samen invullen, maar iedereen schrijft mee.
Klaar? Planning v.d. vorige les afmaken. Daarna aan je recensie.

Slide 10 - Diapositive

Nakijken
  • 1. controversieel
    waarover de meningen zeer verschillen; wat voor heftig debat zorgt
  • 2. vermogend = rijk
  • 3. nuttigen = drinken of eten
  • 4. tirade = felle woordstroom
  • 5. betuttelen = bemoeizuchtige; ongevraagd zeggend wat je moet doen
  • 6. confrontatie =  botsing (meestal met woorden)

Slide 11 - Diapositive

Nakijken
  • 7. pleit voor = noemt de voordelen van; geeft argumenten voor
  • 8. nivellering = proces waarbij verschillen kleiner of gelijk gemaakt worden; op hetzelfde niveau brengend
  • 9. besteedbaar = wat uit te geven (te besteden) is
  • 10. gegarandeerd = gewaarborgd; wat vrijwel altijd of zeker gebeurt
  • 11. splijtzwam = kwestie die voor grote meningsverschillen of een scherpe verdeling zorgt
  • 12. profiteurs = mensen die door misbruik voordeel van iets hebben
  • 13. tegenwerping = tegenargument; bedenking

Slide 12 - Diapositive

Nakijken
  • 14. menig = heel wat
  • 15. vete = ruzie
  • 16. optie = mogelijkheid
  • 17. explosieve = gevaarlijke; wat snel tot ontploffingen of uitbarstingen kan leiden
  • 18. vermijdt = ontwijkt; gaat … uit de weg
  • 19. escaleren = uit de hand lopen
  • 20. zelden = bijna nooit
  • 21. geattaqueerd = aangevallen

Slide 13 - Diapositive

Nakijken
  • 22. onderbuikgevoelens = negatieve emoties; niet beredeneerde opvattingen
  • 23. onherroepelijk = onontkoombaar; wat zeker gaat gebeuren
  • 24. disputen = (theoretische) discussies; redetwisten; formele meningsverschillen
  • 25. opinie = mening; standpunt
  • 26. foefjes = trucjes
  • 27. gemeen hebben = overeenkomstig hebben; hetzelfde hebben
  • 28. over het voetlicht brengen = duidelijk presenteren

Slide 14 - Diapositive

Nakijken
  • 29. constructief = opbouwend
  • 30. heikele = lastige; voor problemen zorgende


Welke woorden moet je nog extra oefenen? 
Onderstreep ze en bewaar je tekst!

Slide 15 - Diapositive

Formuleren
Er zijn nog mensen die de toets nog moeten inhalen.

Gemiddelde was een 6,3 
Veel hoog (hoogste 9,7) en veel laag (laagste 1,0)
8 onvoldoendes, 16 voldoendes


Slide 16 - Diapositive

Woordenschat les 3
De arbeidsmarkt

Slide 17 - Diapositive

Deze lessen:
Donderdag 1
- Nieuwe woorden oefenen met een leestekst
- Eind van de les: toets formuleren inzien
Donderdag 2
- Nieuwe woorden oefenen
- Woordenquiz
Vrijdag
- Recensie schrijven (boek mee!)

Slide 18 - Diapositive

Woordenschat paragraaf 3 De arbeidsmarkt
Wat is een vismarkt?

Wat is een bloemenmarkt?

Wat is een arbeidsmarkt?

Slide 19 - Diapositive

Woordenschat paragraaf 3 De arbeidsmarkt
Wat is een vismarkt?

Wat is een bloemenmarkt?

Wat is een arbeidsmarkt?
Een abstracte benaming voor de interactie van de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten.

Slide 20 - Diapositive

Woordenschat paragraaf 3 De arbeidsmarkt
Maak online de opdrachten in de planning 'woordenschat les 3' nog niet klaar met les 1? Dan maak je die planning ook nog af.

Helemaal klaar? Werk vast aan je recensie.

Eind van de les een quizje.


Slide 21 - Diapositive

duet
A
samenzang van twee personen
B
uit het Frans afgeleid woord voor een dekbed

Slide 22 - Quiz

Een kwestie die zorgt voor grote meningsverschillen
A
tirade
B
vete
C
splijtzwam
D
opinie

Slide 23 - Quiz

Wat is een ander woord voor strijd of botsing?
A
coördinatie
B
confrontatie
C
domineren
D
coöperatie

Slide 24 - Quiz

'de betrekking' is een ouderwetse aanduiding voor:
A
een woonplaats
B
een vervoersmiddel
C
een baan
D
sterfelijkheid

Slide 25 - Quiz

Een ander woord voor ruzie is
A
vete
B
metier
C
opinie
D
cadans

Slide 26 - Quiz

Als je vermaard bent, dan ben je...
A
berucht
B
een beetje gek
C
bejaard
D
beroemd

Slide 27 - Quiz

Een ander woord voor cliché is
A
duet
B
gemeenplaats
C
brache
D
splijtzwam

Slide 28 - Quiz

Een Frans leenwoord voor een vak of ambacht is
A
cadans
B
metier
C
expertise
D
tirade

Slide 29 - Quiz

auditief heeft te maken met je
A
zicht
B
reuk
C
gehoor
D
gevoel

Slide 30 - Quiz

Een leek is een...
A
persoon die doet alsof
B
persoon die overleden is
C
persoon die niet-deskundig is
D
persoon die veel ruzie zoekt

Slide 31 - Quiz

Morgen tijd om te werken aan je recensie
(Neem je leesboek en laptop mee!)

Slide 32 - Diapositive