Les 6 Hart- en vaatziekten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

2 minuten voordat de les begint

• telefoon weg tot toestemming
• boeken/agenda en telefoon (!!)                                                                op tafel.
• Blz. 169 boek
• stilte

LET OP!

Proefwerk thema 3 (blz. 132 t/m 178) is :

Donderdag 16 januari

2A: 2de lesuur

2D: 1ste lesuur

Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 

Eerst: terugblik

LessonUp quiz

Telefoon!

Een bloedvat is
1 cel dik.
Wat is NIET waar?

1. hierdoor kan vocht met zuurstof
2. hierdoor kan vocht met koolstofdioxide
3. hierdoor kunnen voedingsstoffen
4. hierdoor kan een stukje spaghetti

welke drie soorten bloedvaten zijn er?

1. Aorta, slagaders en aders
2. Aorta, aders en haarvaten
3. Aorta, slagaders en haarvaten
4. Slagaders, aders en haarvaten

In welke bloedvaten worden stoffen in het bloed opgenomen en aan organen afgegeven?

1. aders
2. haarvaten
3. slagaders
4. de holle aders

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat
4. Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Tekst

Slagaders

Haarvaten

Aders

Gespierde wand

1 cellaag dik

Dunne wand, weinig gespierd

Vervoert bloed van hart af

Heeft kleppen

Hier is gaswisseling

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?

1. hartkleppen
2. kleppen
3. harttussenwand
4. daar zit niets

De kleine bloedsomloop gaat naar.....

1. alle organen van het lichaam
2. de longen

Sleep de onderdelen naar het hart!

Rechterboezem

Rechterkamer

Linker

boezem

Linkerkamer

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...

1. Slagader
2. Ader
3. Haarvat
4. Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?

1. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
2. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
3. bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
4. bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Telefoons weg!

Lesdoel

• Je moet oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten kunnen noemen
• Je moet kunnen aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kunt verkleinen

Slagaderverkalking

Cholesterol en kalk worden afgezet tegen de wand van de bloedvaten

Voorkomen

- Gezond eten (weinig verzadigde vetten)

- Voldoende beweging

- Gezond gewicht

- Niet roken

- Alcohol

            Aan het (huis) werk

Lesstof thema 3.6 lezen en  opdracht 31 t/m 36 maken

(blz 169 t/m 173).  Voor volgende les moet dit af zijn. 

Noteer dit nu in je agenda.

Ook voor volgende les thuis opdracht 38 maken (blz 177 en 178)

Uitleg opdracht 31:

Totaal aantal mensen gestorven in 2011 zijn 135 901. 

Dat is dus 100%

Bereken de rest door te kijken in de tabel en de berekeningen te maken. 

Opdracht 31: 

Antwoord vraag 1

Antwoord vraag 2

Cholesterol

Opdracht 32: 

Antwoord vraag 1

Trombose

Antwoord vraag 2

Cholesterol

Antwoord vraag 3

Plantaardige

Antwoord vraag 4

Dagmenu 2, want dit dagmenu bevat minder vetten en dierlijke voedingsmiddelen. 

Opdracht 33 t/m 36

Opdracht 33

Opdracht 36

Hij rookt

Hij drinkt veel alcohol (meer dan 2 glazen)

Hij eet veel verzadig vet

Hij heeft geen gezond lichaamsgewicht

Opdracht 34

Ongeveer 2 keer zo groot

Opdracht 35

Een kransslagader raakt verstopt

Een deel van het hart krijgt geen zuurstof en voedingsstoffen meer

Het benauwd krijgen

Een deel van het hart sterft af

Stekende pijn in de borst

Nu mogen jullie de telefoon pakken. 

Als je niet rookt heb je minder kans op hart en vaat ziekten.

1. Waar
2. Niet waar

Eet alleen maar sla en groeten om hart en vaatziekten te voorkomen.

1. Waar
2. Niet waar

Welk voedingsmiddel kan cholesterolafzetting veroorzaken?

1. Plantaardige voedingsmiddelen
2. dierlijke voedingsmiddelen

Hoe noem je een bloedvat dat verstopt raakt door een stolsel?

1. cholesterol
2. trombose

Hoe noem je de vettige stof die een bloedvat nauwer kan maken?

1. cholesterol
2. trombose

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?

1. heel veel bewegen
2. veel vet eten
3. weinig bewegen
4. weinig bewegen en vet eten

Wat hebben je organen nodig?

1. zuurstof en CO2
2. voedingstoffen en CO2
3. zuurstof en voedingsstoffen