kinderboeken week 2021

Welkom
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

wat weet je van de kinderboeken week?

Slide 2 - Carte mentale

Mijn favoriete kinderboek.

Slide 3 - Diapositive

Planning 
Sprookjes
interactieve theorie over voorlezen
De opdracht 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel
Je weet wat het nut is van het voorlezen van een kinderboek. 

Slide 5 - Diapositive

Welke sprookjes ken je?

Slide 6 - Carte mentale

Heb je ooit gehoord van de originele sprookjes van de gebroeders Grimm?
Zo ja, welke?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Lien

De gebroeders Grimm
Je weet nu hoe de originele sprookjes van de gebroeders Grimm eraan toe gingen. Zou je deze originele sprookjes kunnen voorlezen of gebruiken in de les op stage? 
Zo ja, waarom en hoe?
Zo nee, waarom niet? 
Maximaal vijf minuten om een antwoord te bedenken. 

Slide 9 - Diapositive

Zou je deze originele sprookjes kunnen voorlezen of gebruiken in de les op stage?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is voorlezen eigenlijk? 
Voorlezen: Een geschreven verhaal hardop lezen. Een voorlezer is gebonden aan de tekst op het papier. Geschreven taal klinkt anders dan gesproken taal en bevat meer moeilijke woorden. 

Zorg dat je het verhaal kent, wordt de verteller.

Slide 11 - Diapositive

Wat is het nut van het voorlezen van een kinderboek?

Slide 12 - Carte mentale

Wat is het nut van het voorlezen van een kinderboek? 
Het is zinvol voor de taalontwikkeling van kinderen en de uitbreiding van hun woordenschat. Dit geldt voor zowel jonge als oudere kinderen. 
Ze leren niet alleen nieuwe woorden, maar ook hoe een zin goed is opgebouwd. 

Slide 13 - Diapositive

Taalvaardigheid. 
Het aantal woorden dat een kind per uur ter horen krijgt is van invloed op de taalontwikkeling. Door dagelijks een kwartier voor te lezen, vergroot je de taalvaardigheid van de leerlingen. 
Taalvaardigheid: De mate waarin je een taal kunt spreken, lezen en schrijven. 

Slide 14 - Diapositive

Wat is het nut voorlezen?

Slide 15 - Question ouverte

0

Slide 16 - Vidéo

Opdracht 1
Zoek een jeugdboek waar je speciale herinneringen aan hebt.
  • Titel, auteur, illustrator, serie (eventueel)
  • Uitgeverij, jaar van uitgave, vertaling, oorspronkelijke titel.
  • Korte beschrijving inhoud van het boek.
  • Waarom is het boek bijzonder voor je?
  • Wat voor invloed had het boek op je?
  • Presenteren -> 2 min

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 2
  • Je stelt een map samen met 8 kinderboeken.
  • Elke schrijver komt maar 1 × voor.
  • Je verdeelt de boeken over drie thema's: per thema 2 boeken.
  • Per thema heb je een boek voor de baby, peuter, jonge schoolkind en oude schoolkind.
  • Per boek geef je op correcte manier de schrijver, de titel, jaar van uitgifte, uitgever en illustrator weer.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive