Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
M2: Unidad 1 Les 2
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
LessonUp
-Om lessen terug te kijken
Slide 4 - Diapositive
SER
ZIJN
1.(yo)
soy
(ik ben)
2.(tú)
eres
(jij bent)
3.(él, ella, usted)
es
(hij/zij is, u bent)
4.(nosotros/as)
somos
(wij zijn)
5.(vosotros/as)
sois
(jullie zijn)
6.(ellos, ellas, ustedes)
son
(zij zijn / u (mv))
Slide 5 - Diapositive
ESTAR ZIJN
1.(yo)
estoy
(ik ben)
2.(tú)
estás
(jij bent)
3.(él, ella, usted)
está
(hij/zij is, u bent)
4.(nosotros/as)
estamos
(wij zijn)
5.(vosotros/as)
estáis
(jullie zijn)
6.(ellos, ellas, ustedes)
están
(zij zijn / u (mv))
Slide 6 - Diapositive
¿Dónde _____
(ser)
tus amigos?
Hoy, nosotros______
(estar
) en clase 233.
Y tu madre, ¿cómo ________
(ser)
?
Yo _______
(estar)
en la casa de mi abuela
Vosotros _____
(estar)
en Barcelona.
María y Javier_____
(ser)
los padres de Alberto.
Nosotros ______
(ser)
hombres altos
Yo _______
(ser)
Rubén, ¡Encantado!
están
estamos
está
estoy
estáis
son
somos
soy
Slide 7 - Question de remorquage
Vul in de juiste vorm in van
ser
en
estar
.
1. Mi madre _________ estricta.
2. Ahora __________ las ocho.
3. La escuela __________ cerca de mi casa.
4. Yo ________ muy contento con mi nota.
5. ¿Todavía (tú) _______ enfermo?
¡A practicar!
es
son
esta
estoy
estas
Slide 8 - Diapositive
Lesdoelen
Después de la clase...
R: Ik kan de werkwoorden ‘ser’ en 'estar' vervoegen en gebruiken in een Spaanse zin
T1: Ik kan in het Spaans vertellen wat ik ga doen (ir a + hele werkwoord).
T2: Ik kan het werkwoord ‘gustar’ gebruiken om aan te geven wat mij wel of niet bevalt.
Slide 9 - Diapositive
De toekomende tijd
Wat is de toekomende tijd?
-Dingen die nog moeten gebeuren/ dingen die je van plan ben om te gaan doen
Vb:
*Gaan + ww
Ik
ga
straks de afwas
doen
.
We
gaan
zo een stukje
lopen
.
Slide 10 - Diapositive
De toekomende tijd
Ir + a + hele ww
Slide 11 - Diapositive
De toekomende tijd
Vervoeg de zin op de juiste manier.
Bijvoorbeeld: Ik ga dansen - Voy a bailar
1. Jij gaat dansen -
2. Wij gaan eten -
3. Jullie gaan eten -
4. Ik ga slapen -
5. Zij gaat eten -
7. Ik ga dansen -
8. Zij gaan dansen -
Slide 12 - Diapositive
Werkboek p. 6
Luister en verbind de woorden uit de drie rijtjes.
Let op! één persoon kan twee dingen doen.
1. quedar con amigos
2. ir a un parque de atracciones
3. ir de excursión
4. ir a dormir a casa de un/a amigo/a
5. ir de compras
6. ir a la bolera
Slide 13 - Diapositive
Gustar = leuk vinden/ houden van
Het is een apart werkwoord dat je niet helemaal vervoegd.
Het heeft maar 2 vormen:
GUSTA
--> enkelvoud werkwoorden
GUSTAN
--> meervoud
Slide 14 - Diapositive
Gustar = leuk vinden/ houden van
Maar hoe weet je dan over welke persoon het gaat?
Daar is een speciaal rijtje voor:
A mí
me
A ti
te
A él / ella / usted
le
A nosotros
nos
A vosotros
os
A ellos / ellas / ustedes
les
Slide 15 - Diapositive
Gustar = leuk vinden/ houden van
Als dat wat je leuk vindt in het
enkelvoud
staat:
Als dat wat je leuk vindt een
werkwoord
is:
Gebruik je
GUSTA
Bijv. Me gusta
la guitarra
= ik vind de gitaar leuk
Bijv. Me gusta
tocar
el piano = ik hou van piano spelen.
Als dat wat je leuk vindt in het
meervoud
staat:
Gebruik je
GUSTAN
Bijv. Me gustan
las motos
= ik vind de motors leuk.
Le gustan
las guitarras
= Hij /zij / u houdt van de gitaren.
Slide 16 - Diapositive
Gustar = leuk vinden/ houden van
Bij
gustar
moet je altijd op 2 dingen letten:
1. De persoon:
Rijtje van:
me
,
te
,
le
,
nos
,
os
,
les
2. Staat dat wat je leuk vindt in het:
enkelvoud
,
meervoud
, of is het een
werkwoord
.
Slide 17 - Diapositive
Gustar = leuk vinden/ houden van
Vul de juiste vorm van het werkwoord
gustar
in.
1.- Me _____________ mucho jugar a fútbol.
2.- Les _______________ los perros.
3.- ¿Te ______________ el café?
4.- A nosotros nos _________________ las películas románticas.
5.- ¿Os _______________ la fiesta?
6.- ¡Me ________________ hablar español!
7.- A mis padres les ______________ tomar el sol.
8.- ¿Te _________________ los tomates?
Slide 18 - Diapositive
Wat heb je van
deze les geleerd?
Slide 19 - Question ouverte
Lesdoelen✔
Después de la clase...
✔
R: Ik kan de werkwoorden ‘ser’ en 'estar' vervoegen en gebruiken in een Spaanse zin
✔T1: Ik kan in het Spaans vertellen wat ik ga doen (ir a + hele werkwoord).
✔T2: Ik kan het werkwoord ‘gustar’ gebruiken om aan te geven wat mij wel of niet bevalt.
Slide 20 - Diapositive
Huiswerk
Los deberes para la próxima clase:
Maken:
WB opdracht 10 en 12 p. 10
Leren:
tekstboek pagina 121 rij 2.
Slide 21 - Diapositive
Wat vond je van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Sondage
¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
M2: Unidad 1 Les 3
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
3Ha/3HVA - week 37 (4)
Septembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
MYP1 Recap
Novembre 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Repaso A2 -P3
Mars 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3H - les 22 - STG
Novembre 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
dinsdag 14 september
Septembre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
vrijdag 17 september
Septembre 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HRC - V2 - grammatica
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1