Werken met de microscoop

Werken met de microscoop
Goedemorgen 

Pak alvast je chromebook en meld je aan bij de Lesson UP

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werken met de microscoop
Goedemorgen 

Pak alvast je chromebook en meld je aan bij de Lesson UP

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt:
 De onderdelen van de microscoop benoemen

Werken met de microscoop

Een preparaat maken

De tekenregels benoemen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Kleine schroef
Lamp
Tafel
Tubus
Statief
Diafragma

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

objectief x
oculair

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oculeair en Objectief
Oculair x objectief
= vergroting

Slide 10 - Diapositive

Het laatste wat ik hierover wil vertellen is hoe een microscoop vergroot. Hiervoor wordt het oculair en het objectief gebruikt. Het oculair zie je op de linker afbeelding en verschillende objectieven op de rechter. 
Als je iets bekijkt onder de microscoop kijk je door beide heen. Daarom moet je als je de vergroting wil uitrekenen beide met elkaar vermenigvuldigen. 
Oculair x objectief = vergroting. 
Bijvoorbeeld:
Oculair = 10 x objectief = 4 = 40x vergroting. 
Vergroting
Oculair x objectief = vergroting

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bij de punt van de aanwijs-naald
bij de punt van de aanwijs-naald
KLEINE 
stelschroef
Dit is de manier van werken. 

Elke keer doe
 je dit op deze manier.


Als je door hebt
hoe het moet en je kunt het ..... 
 dan is scherpstellen voor jou een makkie!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Preparaat maken


Al eerder gedaan?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benodigdheden preparaat

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectglas
Dekglas
Object
Preparaat

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

microscoop + tekenen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekenregels

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Teken altijd met (een niet te zacht) potlood.
2. Werk en schrijf netjes. Kleine foutjes kun je uitgummen, begin anders opnieuw.
3. Zet linksboven in de hoek, de volgende informatie onder elkaar:
- Naam en klas;
- Titel (en opdrachtnummer);
- Gebruikte vergroting;
- (Dwarsdoorsnede / lengtedoorsnede of buitenaanzicht).
- Schrijf er ook bij of je tekening natuurgetrouw of schematisch is.
- Welke kleurmiddelen je eventueel hebt gebruikt.
4. Trek met een liniaal een horizontale lijn onder deze tekst.
5. Trek met liniaal een verticale lijn; zodat je links kunt tekenen en rechts de onderdelen kunt benoemen.
6. Teken groot (bladvullend en hooguit een paar cellen).
7. Teken met strakke lijnen (schets niet en teken niet te vet).
8. Kleuren, arceren of schaduw aanbrengen is niet nodig.
9. Teken wat je werkelijk ziet, niet wat je graag zou willen zien.
10. Cellen (of onderdelen daarvan) zijn gesloten, teken ze dus ook zo.
11. Schrijf de namen van de onderdelen in het rechtervlak, recht onder elkaar.
12. Maak horizontale verbindingslijntjes met een liniaal. Laat de lijntjes beginnen in het onderdeel dat je benoemd.

Tekenregels

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opruimen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning 5e lesuur
  • Afronden werken met de microscoop. 
  • Afronden schematische tekening Plantaardige en dierlijke cel
  • B3 Cellen van planten en dieren. Maken opdracht 4 en 5 vanaf blz 24.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions