Psychatrie VPK les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Psychiatrie les 2

Opleiding verzorgenden niveau 3

Zorgbalans, Haarlem

 

Thema: hoe ga ik met mensen om die een psychiatrisch ziektebeeld hebben?

Introductie

Pak een ansichtkaart die past bij je gevoel en/of gedachten van dit moment. Hoe zit je erbij vandaag?

Lesdoelen 23 mei

Aan het einde van de dag: 

kun je bij het bieden van zorg en ondersteuning aan de psychiatrische zorgvrager kennis toepassen van ziektebeelden in de geestelijke gezondheidszorg.

Programma - deel 1

Introductie                                  

Opfrissen / herhalen / mindmap bijwerken

Wet- en regelgeving: IBS - RM - M&M   

Hoe ga je om met .... opdracht

Presenteren opdracht

Programma - deel 2

(Afhankelijk van de tijd)

Depressie bij ouderen

Quiz - ABC

"Wie, wat, waar ben ik?"

Documentaire "Kees" 

Doe even normaal - ouderenpsychiatrie

Opfrissen

Wat hebben we vorige week ook al weer gedaan?

Moeilijk / makkelijk?

In tweetallen

Herhalen

De vragen stellen

Mindmap bijwerken

Huiswerk: wat ben je tegengekomen in je zoektocht?

Verschil in taken verpleegkundige/verzorgende?

Ziektebeelden?

Omgang?

Wet- en regelgeving in de psychiatrie

WGBO

BIG

BOPZ > WVGGZ

RM

IBS

M&M

Wetgeving: WGBO

= Wet geneeskundige behandelovereenkomst

(rechten en plichten van mensen die met de zorg te maken krijgen)

Rechten van de patiënt:

• recht op informatie
• toestemming
• medisch dossier
• privacy en beroepsgeheim
• arts kiezen
• vertegenwoordiging
  

Plichten van de patiënt:

• volledig informeren
• meewerken (medisch advies opvolgen)
  

Wetgeving: BIG

= Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

Doel: patiënten beschermen tegen onkunde

Verplicht voor zorgverlener

Wetgeving: BOPZ

= Bijzondere opname psychiatrisch ziekenhuis

Doel: gevaar afwenden

Geldt voor: 

- gedwongen opname in psychiatrie

- zorg voor mensen met verstandelijke beperking

- psychogeriatrie

per 1 januari 2020

Wet BOPZ vervangen door 

1. WVGGZ = wet verplichte GGZ (voor psychiatrie)

én

2. wet zorg en dwang (voor verstandelijke beperking en psychogeriatrie (zoals dementie))

Verschil?

Uitgangspunt!

- Nu ook zorgvrager met verstandelijke beperking en ouderen

- Ook ambulant (thuis)

- zorgvrager centraal

- zorgvrager volgend (onvrijwillig als écht niet anders kan)

Geschiedenis: verschuiving van separatie naar intergratie.

Hoe zit het?  - RM

In BOPZ = Rechterlijke machtiging

In WVGGZ = zorgmachtiging

gedwongen opname

gedwongen behandeling

6 maanden + verlenging 6 maanden

Alleen ontslag via rechter

ip gesloten afdeling

Hoe zit het? - IBS

In BOPZ = in bewaringstelling

In WVGGZ =  crisismaatregel

vervolg IBS

Noodsituatie - 3 dagen 

Burgemeester 

Gevaar voor zelf, anderen en stoornis in "geestesvermogen" 

Gedwongen opname 

Rechter - verlenging 3 weken 

RM procedure starten 

zowel binnen als buiten zkhs

Hoe zit het? - M en M

In BOPZ = Middelen en maatregelen

In WVGGZ = vrijheidsbeperkende maatregelen

Vervolg M en M

- alleen in noodsituatie ( niet in behandelplan) 

- ingrijpen absoluut nodig om gevaar af te wenden 

- zo kort mogelijk ( < 7 dagen) 

- tijdelijk wilsonbekwaam 

- arts bepaalt 

- speciaal formulier  

- alleen in instelling

Taken verzorgenden

Toepassen (observeren, rapporteren, overleg)

Medicatie, voeding en vocht

Fixeren

Separeren

1-persoonskamer

speciale formulieren

(kritische noot?!)

Dilemma: 

Gedwongen opname vs psychiatrische stoornis

RM

IBS

6 maanden

3 weken

ip geen ontslag mogelijk

gesloten afdeling

burgemeester

rechter

Vermoeden psy stoornis

Vastgestelde psy stoornis

spoed

Opdracht: omgaan met ........

3 tallen

  Voorbereiden: filmpjes kijken, info zoeken, story board

Uitvoeren: filmpje maken en laten zien

Evalueren: wat heb je geleerd?

Omgaan met een zorgvrager met een psychiatrisch ziektebeeld

• Vertoon voorspelbaar gedrag
• zeg wat je doet, doe wat je zegt
• In de war: geen discussie, stellig
• serieus nemen, erkennen
• Benoemen realiteit
• Iedereen is anders
• Structuur in tijd, activiteiten, gesprek
  

Borderline

afstand - nabijheid

eigen verantwoordelijkheid 

Depressie bij ouderen

Wanneer spreek je van een depressie?

meer dan 2 weken erg somber en neerslachtig

Klachten (bij ouderen)

vaak piekeren

slaapproblemen

slecht eten

vermoeidheid

vergeetachtigheid

lichamelijke klachten zoals onverklaarbare pijn, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, hoofd- en rugpijn.

Cijfers

20% lichte depressie

2 - 3% ernstige depressie

Oorzaak bij ouderen

De ‘derde’ levensfase. 

De kinderen het huis uit, grootouder worden, minder gaan werken, met pensioen gaan. En daarbij nog de lichamelijke ongemakken en kwalen.

Verschil met depressie bij jongeren

Depressieve ouderen hebben geen last van extreme somberheid en het gevoel van binnen dood of leeg te zijn, maar zij gedragen zich eerder lusteloos en gelaten. De klachten die zij ervaren worden vaak aan de leeftijd toegeschreven.

Depressie voorkomen?

Vragen maken

Maak van alle theorie die je tot nu toe gehad hebt minimaal 10 vragen met een ABCD antwoord. Omcirkel het goede antwoord.

Inleveren bij de docent.

Quiz spelen

Houd het blaadje met A, B, C of D omhoog 

als de vraag gesteld is. 

Houd zelf je score bij.

Spel "wie ben ik?"

Groepjes van 3 of 4 personen

1 persoon is even buiten de deur.

De anderen verzinnen welk ziektebeeld hij/zij moet raden en schrijven dit op een memoblaadje. Plak het blaadje zo dat de persoon het niet kan zien, maar de anderen wel.

Door het stellen van vragen raden wie (welk ziektebeeld) je bent.

Spel "waar of wat ben ik?"

Hetzelfde als "wie ben ik" maar nu ga je behandelmethodes of een plek binnen de GGZ raden.

www.npostart.nl

Aflevering "doe even normaal"

Ouderenpsychiatrie

Doel behaald?

Lesdoelen 23 mei

Aan het einde van de dag: 

Je kunt bij het bieden van zorg en ondersteuning aan de psychiatrische zorgvrager kennis toepassen van ziektebeelden in de geestelijke gezondheidszorg.

Evaluatie met sneeuwballen

Beantwoord vraag 1

Maak een prop van je blaadje

Gooi het blaadje in het midden

Pak een willekeurig blaad en beantwoord vraag 2

etc

Evaluatievragen

1. Wat heb je geleerd?
2. Zijn je leervragen beantwoord? 
3. Hoe ga je het geleerde toepassen? 
4. Tip over de inhoud van de lessen? 
5. Tips voor de docent?