2024_week3_2v_les1_Trappen van vergelijking + Hören + Wortschatz Wohnen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Laat je werkblad en blz.61 uit je boek zien!

Du hast 3 min für:

Je hebt 3 min om: dan->Übersetze die Wörter blz 96 L. 4 - 5                                                                 

• Jacke aus
• Laptop geschlossen auf dem Tisch
• Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch

- het appartement

- de buurman

- verhuizen

- huren

- het gebouw

- informeren

- het milieu

- de grote stad

Vertaal eerst de woorden met het lidwoord en 

plaats het in de juiste zin.

1. .......................ist groß und modern.
2. Meine Eltern wollen von Berlin nach München  .........................
3. Mein....................                   neben uns macht viel Lärm.
4. Flugzeuge belasten ..............................................
5. Wohnst du in einer ...............................oder in einem Dorf?
6. Ich möchte .............................ob das Zimmer vermietet ist.
7. Claudia hat eine eigene .....................              ....gefunden.
8. Wollt ihr die Wohnung ...................................oder kaufen?

- het appartement

- de buurman

- verhuizen

- huren

- het gebouw

- informeren

- het milieu

- de grote stad

• Das Gebäude
  

• umziehen

• Nachbar

• die Umwelt

• die Großstadt

• nachfragen

• Wohnung

• mieten

Was machen wir heute?

• Wörteraufgabe
• Gruppeneinteilung
• Wiederholung Regeln trappen van vergelijking



• Werkblad trappen van vergelijking bespreken en opdracht 6



• An die Arbeit
• Höraufgabe
• Abschluss: Hausaufgaben

Lernziel

Aan het einde van de les kan je van tenminste 3 woorden de trap van vergelijking opnoemen, doordat je geoefend hebt.

Regeln wiederholen

Neem over in je schrift

Besprechen: Arbeitsblatt

• fauler

• am faulsten

• langsamer

• am langsamsten

• schnell

• am schnellsten

• billiger

• am billigsten

• dünner

• am dünnsten

• lieber

• am liebsten

• fleißiger

• am fleißigsten

• leiser

• am leisesten

• wärmer

• am wärmsten

• dümmer

• am dümmsten

Besprechen

•  wie

• als

• als

• wie

• als

• wie

• als

• wie

• als

Höraufgabe 3, Seite 84

Lernziel

Aan het einde van de les kan je van tenminste 3 woorden de trap van vergelijking opnoemen, doordat je geoefend hebt.

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Hausaufgaben

Lernen: Wörter Lektion 6, Seite 97

Tschüss!! 

Tschüssie!!