Elektroles stroom spanning weerstand

Basis begrippen elektriciteit
Stroomsterkte, Spanning en Weerstand
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ElektrotechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Basis begrippen elektriciteit
Stroomsterkte, Spanning en Weerstand

Slide 1 - Diapositive

Wat is stroom?
Stroom is de snelheid waarmee elektronen langs een punt stromen in een complete elektrische stroomkring. Simpel gezegd: stroom = doorstroming.

Slide 2 - Diapositive

Wat is ampère?
Wat is een ampère?

Een ampère, afgekort als "A," is de eenheid voor elektrische stroomsterkte. Het geeft aan hoeveel elektrische lading (elektronen) door een draad stroomt. Een hogere ampèrewaarde betekent een grotere stroomsterkte, vergelijkbaar met meer water dat door een pijp stroomt.

Elektrische stroom is een klein beetje vergelijkbaar met water dat vanuit de bergen naar zee stroomt. Het aantal ampères geeft dan aan hoeveel water er per seconde voorbijkomt. De hoeveelheid elektronen die door een kabel stromen bepalen de stroom sterkte. 


Slide 3 - Diapositive

wat is volt?
Wat is volt?
Volt, aangeduid met de letter V, is de maat voor elektrische spanning in een elektrisch circuit. Het vertelt ons hoeveel kracht elektrische lading heeft. Hogere spanning betekent dat er meer energie beschikbaar is voor elektrische apparaten, vergelijkbaar met de druk in een waterleiding die de snelheid van het water beïnvloedt.





Slide 4 - Diapositive

wat is weerstand?
Wat is weerstand?
In elektrotechniek is weerstand de eigenschap van een materiaal om de stroom van elektrische lading te belemmeren. Dit wordt gemeten in ohm (Ω). Materialen met hoge weerstand beperken de stroom meer dan materialen met lage weerstand. Weerstanden worden gebruikt om stroom te regelen in elektrische circuits.





Slide 5 - Diapositive

Weerstand 
In iedere elektrische schakeling kost het de elektronen energie om er doorheen te bewegen. De hoeveelheid energie dat dit kost wordt de weerstand genoemd. 

Hoe lager de weerstand is, hoe makkelijker de elektronen door de geleider kunnen bewegen en dus hoe hoger de stroom is. Deze grote van de weerstand bepaald dus hoeveel stroom en door het onderdeel gaat. 

Stelregel bij weerstand:
Hoe groter de weerstand, hoe kleiner de stroom.
Hoe kleiner de weerstand, hoe groter de stroom.

Slide 6 - Diapositive

In de naastliggende afbeelding is een kabel weergegeven.
 Hierin is te zien dat Volt de druk geeft, dat Ohm de weerstand aangeeft en dat Ampere door de kabel stroomt.

Slide 7 - Diapositive

Grootheden
Kijk goed naar onderstaande afbeelding!

Slide 8 - Diapositive

Wissel en gelijkstroom

Voor het elektrische lassen (bijvoorbeeld booglassen met beklede elektroden, MIG- en MAG-lassen, of TIG lassen) gebruikt met twee soorten stroom. Dat heeft niets te maken met gewone of groene stroom, maar de richting die de stroom uitgaat. We kennen wisselstroom en gelijkstroom.

Slide 9 - Diapositive

Symbolen Wisselstroom en Gelijkstroom
Wisselstroom wordt met de afkorting AC (Active Current) weergegeven. 

Gelijkstroom wordt met de afkorting DC (Direct Current) weergegeven.

Slide 10 - Diapositive

Testvraag!
 
We gaan nu controleren of je de lesstof begrepen hebt.


Succes!

Slide 11 - Diapositive

Volt
Ohm
Weerstand
Sleep de bijhorende vakjes naar elkaar toe...
Spanning
Ampere
Stroomsterkte

Slide 12 - Question de remorquage

U
R
Sleep de bijhorende vakjes naar elkaar toe...
A
I
V

Slide 13 - Question de remorquage

Wat betekend de afkorting AC?

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekend de afkorting DC?

Slide 15 - Question ouverte

U
R
Sleep de bijhorende vakjes naar elkaar toe...
A
I
V

Slide 16 - Question de remorquage

Geeft een lange dunne kabel meer, minder, of even veel weerstand dan een korte dikke kabel?
A
Meer
B
Minder
C
Even veel

Slide 17 - Quiz

Wisselstroom
Sleep de bijhorende vakjes naar elkaar toe...
Gelijkstroom

Slide 18 - Question de remorquage

Dank voor uw aandacht.

Dank voor je aandacht!

Slide 19 - Diapositive